herhalen thema 5 - 1D en 1E

Blok 1 stad vs dorp
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Blok 1 stad vs dorp

Slide 1 - Tekstslide

De stad 
  • Meer dan 10.000 inwoners
  • Er zijn veel voorzieningen (dingen die je kan doen, zoals bioscoop, winkels, restaurants, enz.)
  • Er is veel werk
  • Gebouwen staan dicht op elkaar

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

dagelijks/niet dagelijks
  • Voorzieningen die je (bijna) dagelijks gebruikt zijn dagelijkse voorzieningen = de supermarkt, school, de bakker etc. 

  • Voorzieningen die je weinig of minder vaak gebruikt zijn niet-dagelijkse voorzieningen = de bioscoop, het zwembad, de kapper, schoenwinkels etc

Slide 5 - Tekstslide

Verstedelijking
= als veel meer mensen van het platteland naar de stad verhuizen.

Slide 6 - Tekstslide

Figuur 2
Figuur 3

Slide 7 - Tekstslide

heb je minder dan 10,000 inwoners dan heb je een
A
stad
B
dorp

Slide 8 - Quizvraag

Een groente boer vindt je eerder in een
A
stad
B
dorp

Slide 9 - Quizvraag

een bioscoop staat eerder in een
A
stad
B
dorp

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit wat een niet dagelijkse voorziening is en geef er 1 voorbeeld van

Slide 11 - Open vraag

Stedelijke gebieden
Landelijke gebieden
weinig inwoners
veel inwoners
Kleinere huizen
Natuur
rust
veel voorzieningen
iedereen kent elkaar
Veel werk
bioscopen
weinig werk

Slide 12 - Sleepvraag

blok 2 middeleeuwen

Slide 13 - Tekstslide

De leerdoelen van blok 2 - les 1
1. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen drie plekken  benoemen waar steden in de middeleeuwen ontstonden en uitleggen waarom op die plekken steden ontstonden

2. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen twee kenmerken benoemen van een middeleeuwse stad

3. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen twee oorzaken benoemen waarom er meer handel ontstond na het jaar 1000.



Slide 14 - Tekstslide

Hoe onstond handel + steden
Door onder andere het drieslagstelsel --> beter met de landbouw dus niet iedereen hoefde te werken als boer. Dus je     kon ook fijn gaan chillen ;) 

Slide 15 - Tekstslide

Het ontstaan van steden
Na het jaar 1000 kwam de handel weer op gang 
  • Drieslagstelsel > Hogere opbrengsten > deze werden verhandeld > ontstaan markten> mensen bleven daar 'wonen' --> dus ging beter met de landbouw.
  • wegen en gebieden werden weer veiliger --> geen vikingen meer.
  • Door meer opbrengsten in de landbouw  hoefde niet iedereen meer in de landbouw te werken. Er kwam weer handel en ontstonden ambachten.
 
Waar ontstonden steden?  Op plaatsen waar veel mensen handelden: 
  • Op kruispunten van wegen en rivieren (bereikbaarheid)
  • Bij een klooster of kasteel (veiligheid)
  • Aan de zee (havens) 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zag de Middeleeuwse stad eruit? 
  • De stad werd goed beveiligd, er lag een stadsmuur en gracht om de stad. Je kon de stad alleen in via de stadspoort. 
  • Het was heel druk in de stad, er werd veel gehandeld.
  • De huizen stonden dicht op elkaar (allemaal binnen de stadsmuren)
  • Huizen werden ook gebruikt als winkel of werkplaats
  • In de stad waren veel kerken, er was een marktplein. 
  • In de stad was je na een jaar en een dag 'vrij' dus veel mensen wilden graag stadsburger worden. 

  

Slide 18 - Tekstslide

ben hier met 1D
2-6

vrijdag de presentaties 

Slide 19 - Tekstslide

Ambachten en gildes
Spullen werden in de middeleeuwen met de hand gemaakt door ambachtslieden.

Mensen met hetzelfde ambacht waren lid van een gilde.  
Een gilde helpt bij drie zaken:
  •  Hielp bij ziekte en/of overlijden de familie van een lid
  • Bepaalde de prijs van producten 
  • Bepaalde en controleerde de kwaliteit van producten 

Slide 20 - Tekstslide

Markten
De jaarmarkten waren belangrijk voor de handel > onderlinge contacten. speciale producten ( hout of paarden)
 Jaarmarkt: werd één keer per jaar gehouden.

Kruis: Marktvrede. Iedereen mocht naar de stad  komen om handel te drijven.

Ook rondtrekkende artiesten of waarzegsters.


Slide 21 - Tekstslide

hier is 1E
3-06

Slide 22 - Tekstslide

Eigen baas zijn
  • In de middeleeuwen moesten de stedelingen de leenheer  (edelman)  gehoorzamen > hij bepaalde de regels, spraken recht etc. 
  • Steden wilden zelf de regels kunnen bepalen. 
  • De heer en de stadsbewoners maakten afspraken = stadsrechten.
  • De stad betaalde belasting aan de heer in ruil voor stadsrechten.
  • Burger worden = betalen

Dit zijn  de stadsrechten van Arnhem

Slide 23 - Tekstslide

Handelen
De handel maakte je stad rijk, maar dat was niet zonder gevaar. Handelsschepen konden zinken en de handelaren konden beroofd worden.




 

Slide 24 - Tekstslide

Handelen
Het Hanzeverbond: Samenwerkingsverband in de Middeleeuwen van Noord-Europese steden om elkaar te ondersteunen bij de handel. 


Steden gingen samenwerken. Goederen werden beschermt en de handel groeide


 

Slide 25 - Tekstslide

Voordelen Hanzeverbond 
  • Koggeschepen varen in groepen (veiligheid in een groep)   
  • Hanzesteden hoefde geen tol of weinig tol (belasting) te betalen over het vervoeren van producten.  
  • Afspraken werden gemaakt over de handel. Iedereen verdient evenveel (geen concurrentie) 
  • Gratis handel tussen Hanzesteden. Grote opbrengst! 

Slide 26 - Tekstslide

Quizz time! 

Slide 27 - Tekstslide

Wat hoort niet bij stadsrechten?
A
Zelf besturen
B
Zelf munten slaan
C
Zelf oogsten
D
Zelf recht spreken

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn stadsrechten?
A
Het recht van de inwoners om groente te verbouwen op het land
B
Het recht van de inwoners om hun eigen stad te besturen
C
Het recht van de inwoners om belasting te betalen

Slide 29 - Quizvraag

Wat was geen reden voor een stad om stadsrechten te vragen?
A
een hekel hebben aan de landheer
B
een stadsmuur willen bouwen
C
een eigen bestuur willen.

Slide 30 - Quizvraag


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Koning
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 31 - Quizvraag

Welke zin is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelaren.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 33 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste dorpen/steden?

Slide 34 - Open vraag

blok 3 - steden en dorpen nu 

Slide 35 - Tekstslide

Wat leer je in deze les 
  • 1. Je kan uitleggen waarom na 1870 veel Nederlandse steden snel groeiden en waarom daar veel goedkope woonwijken gebouwd werden. 
  • 2. je kan urbanisatie uitleggen 
  • 3. Je kan uitleggen hoe  fabrieksarbeiders leefden en woonden in de 19e eeuw
  • 4. Je kan verklaren waarom er na WOII veel vraag was naar woningen.

Slide 36 - Tekstslide

Nieuwe arbeiderswoningen
De woningen voor de arbeiders in de steden: 
  • Slechte kwaliteit huizen. Geen frisse lucht, amper ramen,  slechte ventilatie, te klein. 
  • Grote families leefden in één ruimte.
  • Geen riolering, elektriciteit en waterleiding.
In 1901 kwam er de Woningwet: eisen aan de kwaliteit van huizen en straten.

Krotwoningen
In het Openlucht Museum kan je een krotwoning uit de Jordaan bekijken. Je kan hier goed zien hoe de armste mensen woonden in de 19e eeuw. 

Slide 37 - Tekstslide

Na de Tweede Wereldoorlog nam de vraag naar woningen verder toe: 
  1.  In de oorlog hadden veel mensen trouwen en kinderen krijgen uitgesteld. 
  2. Na 1949 kwamen veel mensen naar Nederland vanuit de voormalige kolonie Indonesië. 
  3. De urbanisatie ging verder.  

Nieuwbouwwijk Malburgen
De steden groeien verder

Slide 38 - Tekstslide

Weg uit de stad
Na 1960 gingen veel mensen meer geld verdienen. 

Ze wilden een groter huis met een tuin. Ze kochten een auto en gingen buiten de stad wonen. 
Dit heet suburbanisatie.


Wonen in Elst in een 'doorzonwoning' en ,werken in Arnhem

Slide 39 - Tekstslide

Weg uit de stad

  • Suburbanisatie zorgde ervoor dat mensen dagelijks van hun woonplaats naar hun werk gingen reizen. 
  • Iemand die dagelijks naar zijn werk in de stad reist is een forens
Kun je de link leggen tussen forensen en files?

Slide 40 - Tekstslide

Suburbanisatie
Weer terug verhuizen naar het platteland
In onze regio vertrokken mensen naar bijvoorbeeld Elst, Duiven of Westervoort. 

Slide 41 - Tekstslide



Vanaf 1970 verpauperden steden steeds verder:
  • Jonge en rijke mensen vertrokken.  Arme en  oude mensen bleven achter.
  • Huizen en voorzieningen werd niet meer goed onderhouden: verpaupering.
  • De leefbaarheid van steden ging verder achteruit
Verpaupering van wijken

Slide 42 - Tekstslide

Een veilige stad
Het verbeteren en vervangen van gebouwen is niet genoeg voor een veilige en gezellige buurt.

Wat kunnen de gemeente en bewoners volgens jou doen voor een veilige en gezellige buurt?

Slide 43 - Tekstslide

to do
- begrippen overhoren 
- eindsprint maken
- Robin Hood kijken eind van de les (speelt zich af in de middeleeuwen). 

Slide 44 - Tekstslide