aan elkaar of los?

Aan elkaar of los?
Het 'aaneen' of 'los' schrijven van woorden gaat regelmatig verkeerd op het examen schrijven. 
1. Bekijk het filmpje in de volgende dia (10 minuten)
2. Maak aantekeningen en houd deze bij de opgaven.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Aan elkaar of los?
Het 'aaneen' of 'los' schrijven van woorden gaat regelmatig verkeerd op het examen schrijven. 
1. Bekijk het filmpje in de volgende dia (10 minuten)
2. Maak aantekeningen en houd deze bij de opgaven.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Aan elkaar of los?
Doe mee aan de quiz en win eeuwige roem
Ga naar lessonup.com
Voer de pincode en je eigen naam in!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is goed?
A
de coronamaatregel
B
de corona maatregel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is goed?
A
mbo-opleiding
B
MBO opleiding
C
MBO-opleiding
D
mbo opleiding

Slide 5 - Quizvraag

Wat is goed?
A
lange termijnplanning
B
lange termijn planning
C
langetermijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het langste woord dat jij kent?

Slide 7 - Open vraag

wat is goed?
A
meervoudigepersoonlijkheidsstoornis
B
meervoudige persoonlijkheidsstoornis
C
meervoudigepersoonlijkheids stoornis
D
meervoudige-persoonlijkheidsstoornis

Slide 8 - Quizvraag

Ik wil ten minste een zes voor Nederlands halen.
A
tenminste
B
ten minste

Slide 9 - Quizvraag

De oud burgemeester/oud-burgemeester was verslaafd aan roken

A
oud-burgemeester
B
oud burgemeester
C
oude-burgemeester

Slide 10 - Quizvraag

één ding = één woord
het hangt soms ook van de betekenis af: 
rode wijnglas = een wijnglas, rood van kleur
rodewijnglas = een glas voor rode wijn

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 
1) grote teennagel en
2) groteteennagel

Slide 12 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil

Slide 13 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?


A
politieagent
B
politie-agent

Slide 14 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk woord hoort geen koppelteken?
A
maximum-snelheid
B
ski-jas
C
chocolade-ijs
D
ex-directeur

Slide 16 - Quizvraag

Welke is goed?
A
paraplu inspectie
B
parapluinspectie
C
paraplu-inspectie

Slide 17 - Quizvraag