2BK_2.2_Lezen_Les_1

Aan het einde van deze les...
  • kun je de vier tekstdoelen benoemen en uitleggen wat deze inhouden;
  • kun je de tekstdelen van een tekst herkennen;
  • kun je de functies van de inleiding benoemen;
  • kun je een tekst verkennend en nauwkeurig lezen.


Wat gaan we deze les doen?
  • Voorlezen uit het boek 'Stiefkind' van Selma Noort.
  • Kennis ophalen over de tekstdoelen en tekstdelen.
  • Zelfstandig werken: opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2, blz. 80 - 84.
  • Terugblikken op de les: wat wist je al en wat heb je deze les geleerd?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van deze les...
  • kun je de vier tekstdoelen benoemen en uitleggen wat deze inhouden;
  • kun je de tekstdelen van een tekst herkennen;
  • kun je de functies van de inleiding benoemen;
  • kun je een tekst verkennend en nauwkeurig lezen.


Wat gaan we deze les doen?
  • Voorlezen uit het boek 'Stiefkind' van Selma Noort.
  • Kennis ophalen over de tekstdoelen en tekstdelen.
  • Zelfstandig werken: opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2, blz. 80 - 84.
  • Terugblikken op de les: wat wist je al en wat heb je deze les geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Welke vier tekstdoelen zijn er? Leg ook uit wat deze tekstdoelen inhouden.

Slide 2 - Open vraag

De vier tekstdoelen zijn...
  1. informeren: de schrijver wil jou informatie geven over een bepaald onderwerp.
  2. amuseren: de schrijver wil dat jij plezier er aan beleeft.
  3. activeren/overhalen: de schrijver wil dat jij na het lezen iets gaat doen, bijvoorbeeld een product kopen of aanmelden voor een cursus.
  4. overtuigen: de schrijver wil dat jij een bepaalde mening overneemt. 

Slide 3 - Tekstslide

Als ik een nieuwsbericht lees over het WK in Qatar, welk tekstdoel hoort hier dan bij?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 4 - Quizvraag

Als ik een tekst lees over dat het WK in Qatar niet verantwoord is, welk tekstdoel hoort hier dan bij?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Uit welke drie tekstdelen bestaan de meeste teksten?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van de inleiding? De schrijver wil...
A
de aandacht van de lezer trekken
B
het onderwerp van de tekst noemen
C
een mening geven over het onderwerp
D
een vraag over het onderwerp stellen

Slide 7 - Quizvraag

De functie van de inleiding
Een tekst heeft altijd een inleiding. In de inleiding probeert de schrijver de aandacht van de lezer te trekken. Dit is de belangrijkste functie van de inleiding. De schrijver hoopt dat de lezer de rest van de tekst ook gaat lezen.

Een inleiding kan nog andere functies hebben, zoals:
  • het onderwerp van de tekst noemen;
  • een mening over het onderwerp geven;
  • een vraag over het onderwerp stellen.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2, blz. 80 - 84. 

Afspraken:
  1. De eerste vijf minuten in stilte.
  2. Na de eerste vijf minuten mag je fluisterend overleggen met je buurman of -vrouw. Je mag ook een vraag stellen aan de juf.
  3. Er wordt gewerkt aan de opgegeven opdrachten: opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2.

Slide 9 - Tekstslide

Welke vier tekstdoelen zijn er? Leg ook uit wat deze tekstdoelen inhouden.

Slide 10 - Open vraag

Noem twee functies van de inleiding.

Slide 11 - Open vraag