2BK_2.2_Lezen_Les_2

Dit kun je al:
  • je kunt de vier tekstdoelen benoemen en uitleggen wat deze betekenen;
  • je kunt de tekstdelen van een tekst herkennen;
  • je kunt het (deel)onderwerp van een tekst benoemen;
  • je kunt signaalwoorden van een opsomming herkennen;
  • je kunt een informatieve tekst verkennend en nauwkeurig lezen.
Aan het einde van deze les...
  • kun je de functies van de inleiding benoemen.
  • kun je de signaalwoorden van een tegenstelling herkennen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dit kun je al:
  • je kunt de vier tekstdoelen benoemen en uitleggen wat deze betekenen;
  • je kunt de tekstdelen van een tekst herkennen;
  • je kunt het (deel)onderwerp van een tekst benoemen;
  • je kunt signaalwoorden van een opsomming herkennen;
  • je kunt een informatieve tekst verkennend en nauwkeurig lezen.
Aan het einde van deze les...
  • kun je de functies van de inleiding benoemen.
  • kun je de signaalwoorden van een tegenstelling herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  1. Voorlezen uit 'Stiefkind' van Selma Noort.
  2. Huiswerkcontrole: opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2.
  3. Kennis ophalen: tekstdoelen, functie van de inleiding.
  4. Klassikaal nakijken.
  5. Uitleg: signaalwoorden (tegenstelling).
  6. Zelfstandig werken. 
  7. Terugblikken op de les(doelen).

Slide 2 - Tekstslide

Welke vier tekstdoelen zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Als juf Wendy het boek 'Stiefkind' van Selma Noort voorleest, dan is het tekstdoel...
A
informeren
B
amuseren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 4 - Quizvraag

Als ik een nieuwsbericht lees over de uitslagen van het WK, dan is het tekstdoel...
A
informeren
B
amuseren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Het (tekst)doel van het vorige filmpje is...
A
informeren
B
amuseren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van de inleiding? De schrijver wil...
A
de aandacht van de lezer trekken
B
het onderwerp van de tekst noemen
C
een mening geven over het onderwerp
D
een vraag over het onderwerp stellen

Slide 8 - Quizvraag

De functie van de inleiding
Een tekst heeft altijd een inleiding. In de inleiding probeert de schrijver de aandacht van de lezer te trekken. Dit is de belangrijkste functie van de inleiding. De schrijver hoopt dat de lezer de rest van de tekst ook gaat lezen.

 

Een inleiding kan nog andere functies hebben, zoals:
  • het onderwerp van de tekst noemen;
  • een mening over het onderwerp geven;
  • een vraag over het onderwerp stellen.

Slide 9 - Tekstslide

Klassikaal nakijken
Opdracht 1 tot en met 8 van paragraaf 2.2. (blz. 80 - 84)

Tijdens het nakijken hebben we de volgende afspraken:
  • We zijn stil en luisteren naar elkaar.
  • We steken onze hand op als we iets willen vragen/zeggen.
  • We praten alleen als we de beurt hebben.
  • We kijken na. Dat betekent dat we meeschrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoord: tegenstelling
Je weet al dat signaalwoorden een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea’s. Bijvoorbeeld bij een opsomming.

Er zijn ook signaalwoorden die een tegenstelling aangeven. Bij een tegenstelling betekenen twee woorden of twee zinnen het tegenovergestelde van elkaar. 

Bijvoorbeeld: De weerman voorspelde mooi weer, maar het regende pijpenstelen.
Signaalwoord: maar.
Tegenstelling: mooi weer – het regende pijpenstelen.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: opdracht 9 tot en met 10 van paragraaf 2.2.


Afspraken:
  1. De eerste vijf minuten in stilte.
  2. Na de eerste vijf minuten mag je fluisterend overleggen met je buurman of -vrouw. Je mag ook een vraag stellen aan de juf.
  3. Er wordt gewerkt aan de opgegeven opdrachten: opdracht 9 tot en met 10 van paragraaf 2.2.

Slide 12 - Tekstslide

Ik kan de vier tekstdoelen benoemen en deze uitleggen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik kan de tekstdelen (inleiding, kern en slot) herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Ik kan de functies van de inleiding benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll