De ontkenning

Mardi, le 21 novembre



Mercredi, 1er décembre
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mardi, le 21 novembre



Mercredi, 1er décembre

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen deze week:
  • Ik kan in het Frans zinnen ontkennend maken


Slide 2 - Tekstslide

Ik kan een zin ontkennend maken
  • Ik heb zin in vandaag! - Ik heb geen zin in vandaag.
  • Ik ken de woordjes! - Ik ken de woordjes niet.

Slide 3 - Tekstslide

In het Nederlands

Niet of geen

Ik ga niet naar school.
Ik heb geen geld.

In het Frans

ne ... pas of n' ... pas

Je ne vais pas au collège.
Je n'ai pas d'argent.

Slide 4 - Tekstslide

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik ga niet naar huis. – Je ne vais pas à la maison.

Slide 5 - Tekstslide

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 6 - Tekstslide

Les lunettes

Slide 7 - Tekstslide

Le hamburger 

Slide 8 - Tekstslide

Meer voorbeelden:

J'aime les films drôles.
J'habite à Paris.
Il regarde la télévision.
Nous sommes malades.





Je n'aime pas les films drôles.
Je n'habite pas à Paris.
Il ne regarde pas la télévision.
Nous ne sommes pas malade.

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 10 - Tekstslide


Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous parlons français.

Slide 11 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 12 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 13 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 14 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 15 - Open vraag

Let op!


C'est un problème.




Fais attention!


Ce n'est pas un problème. 

De ontkenning van c'est is ce n'est pas. 

Slide 16 - Tekstslide

Je comprends!
Ik begrijp het!
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll