pH4 Frans week 21


     Cours de français du mercredi, le 5 juin
               Bonjour et bienvenue H4!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


     Cours de français du mercredi, le 5 juin
               Bonjour et bienvenue H4!

Slide 1 - Tekstslide

Les buts d'aujourd'hui:

  • Je weet wat de weekplanning is
  • Je kunt in het Frans zinnen maken over sport(en)
  • Je kent vocabulaire A en B van ch. 5

Slide 2 - Tekstslide

Le planning de cette semaine:



A faire: exercices 28, 29, 32, 33, 35 (écrire/voca/lire) 
Apprendre: voca. AB et grammaire B (les verbes)

Lire le livre Oscar et la dame en rose 
Toets = do. 13 juni, weging: 10% OV, 5% SE

Slide 3 - Tekstslide

Ecrire: Je kunt in het Frans antwoord geven over: 

- welke sport je doet 
 - welke kwaliteiten je moet hebben 
 - waarom sport belangrijk is
- of je vaak wedstrijden hebt 
 - welke sporter jij bewondert
welke sport je nog wilt uitproberen

Slide 4 - Tekstslide

Quelles qualités sont importantes pour ton sport?

Slide 5 - Open vraag

Pourquoi est-ce que le sport est important?

Slide 6 - Open vraag

Est-ce que tu as souvent des matchs?

Slide 7 - Open vraag

Qui est ton héros sportif?

Slide 8 - Open vraag


Quel sport est-ce que tu aimerais essayer encore?

Slide 9 - Open vraag

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des

1.


2.
3.
4.
5.
Faire du cheval
Faire de la natation
Faire du ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 10 - Sleepvraag

Mets les mots dans le bon ordre
1.
2.
3.
4.
5.
d'équipe
aimes
tu
sports
les

Slide 11 - Sleepvraag

Mets les mots dans le bon ordre
1.
2.
3.
4.
5.
préfère
individuels
les
je
sports

Slide 12 - Sleepvraag



Maintenant: 
Quiz de vocabulaire du Chapitre 5

Slide 13 - Tekstslide

Traduis: Le vainqueur
A
het lid
B
de winnaar
C
de helft
D
de held

Slide 14 - Quizvraag

Traduis: L'adversaire
A
de beker
B
de topprestatie
C
de tegenstander
D
de scheidsrechter

Slide 15 - Quizvraag

Traduis: La bonne cause
A
het goede doel
B
de vrije tijd
C
de prestatie
D
de vorige avond

Slide 16 - Quizvraag

Traduis: grimper
A
ontspannen
B
voorbijgaan
C
vermijden
D
klimmen

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: de trap, de schop
A
le tremblement
B
le coup de pied
C
la triche
D
la trophée

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal: een doelpunt maken
A
faire match-nul
B
passer à l'action
C
marquer un but
D
le tir à l'arc

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal: gezond eten
A
à tes souhaits!
B
une santé de fer
C
le régime
D
manger sainement

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal: Het kampioenschap
A
le championnat
B
la découverte
C
le coup
D
le numéro 1 mondial

Slide 21 - Quizvraag

Donc:

A faire cette semaine: 
exercices 29, 32, 33, 33 et 35 
Apprendre: voca B/grammaire B (les verbes) 

Lire le livre Oscar et la dame en rose
Toets = do. 13 juni
weging: 10% OV, 5% SE

Il y a encore des questions?
--> Au travail!

Slide 22 - Tekstslide

A demain!

Slide 23 - Tekstslide