Zakelijke brief les 1 (25 min.)

Zakelijke brief
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke brief
Zakelijke correspondentie op examens gaat vaak over een 

-Klacht (je bent het ergens niet mee eens en wil daar aandacht voor en een oplossing)

-Het bepleiten van een zaak (je moet met je brief de ontvanger, de lezer overtuigen door goede argumenten aan te voeren)
 


Slide 2 - Tekstslide

Opbouw lessen: Zakelijke brief
Les 1: Opbouw van de zakelijke brief. (conventies)
Les 2: Inhoud van de zakelijke brief: inleiding, kern, slot. 
(grammatica, interpunctie, voegwoorden, verwijswoorden)
Zelf een zakelijke brief schrijven.
Les 3: Inhoud van de zakelijke brief: inleiding, kern, slot. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen goed voorbeeld van zakelijk schrijven?
A
sollicitatiebrief
B
e-mail naar een docent
C
klacht over een gekocht product
D
groepsapp 'weekend'

Slide 4 - Quizvraag

Kenmerken van een zakelijke brief
1. Je moet je houden aan de briefconventies.
Briefconventies zijn de algemene regels die gelden voor het opstellen en schrijven van een officiële brief.

2. Je gebruikt formele taal oftewel zakelijke taal. 

Slide 5 - Tekstslide

Drie delen: 
-Kop



-Middenstuk


-Afsluiting 
-Afzender: Wie schrijft de brief? 
 -Adressering: Voor wie is de brief?
 -Datering: Woonplaats, datum 
 -Betreft:  waar gaat de brief over (onderwerp)

-Aanhef
-Briefinhoud
-Ondertekening

-PS
-Bijlagen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

  • Afzender: je eigen adres 





  • Adresgegevens geadresseerde: naar wie schrijf je de brief                                                         T.a.v. = ter attentie van de contactpersoon van het bedrijf

  •  Plaats, datum (de maand in letters)

  • Onderwerp





Voornaam Achternaam
Straatnaam nummer
2020 AA Plaats
telefoonnummer
e-mail

Naam van het bedrijf of de instelling
T.a.v. dhr. Rutte
Postbus of Straatnaam en nummer
2021 BB Plaats

Plaats, 5 januari 2024

Betreft: hier schrijf je het onderwerp van je brief, gebruik geen hoofdletters en geen punt.

Slide 8 - Tekstslide

Welk antwoord is goed?
A
Alkmaar, 20-11-2020
B
Alkmaar 20 november 2020
C
Alkmaar, 20 nov. 2020
D
Alkmaar, 20 november 2020

Slide 9 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
t.a.v. mevrouw De Vries
B
T.a.v. Mevr. de Vries
C
T.a.v. mevrouw De Vries
D
T.a.v. Mevrouw De Vries

Slide 10 - Quizvraag

Welk antwoord geeft de juiste volgorde aan:
1. plaats, datum 2. jouw adres 3. adres bedrijf 4. Betreft: 5. aanhef
A
12345
B
23145
C
31245
D
31254

Slide 11 - Quizvraag

-Kop



-Middenstuk


-Afsluiting 
-Afzender 
-Adressering
-Datering
-Onderwerp

-Aanhef: Geachte wie? 
-Briefinhoud
-Ondertekening

-PS
-Bijlagen

Slide 12 - Tekstslide

  • Aanhef  na de aanspreking staat een komma.





  • Briefinhoud: Inleiding, kern, slot

  • Afsluiting 
  • Ondertekening

  • PS (post scriptum = naschrift)

  • Bijlagen





Geachte heer, / Geachte mevrouw
Geachte mevrouw/meneer
Geachte dames en heren, (groep)
Geacht bestuur, / Geachte directie, 
Geachte mevrouw De Wit
Geachte heer Van der Broek

Aparte slide

Met vriendelijke groet, of Hoogachtend, 
(Handtekening en) je naam eronder.

Post Scriptum: Wordt gebruikt om op iets nadruk te leggen wat niet in de brief staat. 
Vermeld de bijlagen die je meestuurt. 

Slide 13 - Tekstslide

  • Het middenstuk, de briefinhoud van een zakelijke brief, bestaat uit een:
  • Inleiding




  • Kern

  • Slot





  • Aandacht van de lezer trekken. 
Waarom schrijf ik deze brief? Wat wil ik ?
Begin nooit met Ik....maar bijvoorbeeld met:
Hierbij wil ik u ...
Zoals wij telefonisch hebben afgesproken, 
Op 5 november jongstleden hadden wij een gesprek over...
Hierbij wil ik mijn ongenoegen uiten over...
Op 5 januari heb ik in uw winkel een enz. 

  • Uitwerking van het onderwerp. Daarbij onderbouw je je mening, standpunten, probleem, klacht met verschillende argumenten.

  • In het slot vat je het probleem / je onderwerp samen en kom je met een conclusie/  oplossing/ suggestie.
  • Maak het concreet: 
  • Ik hoor graag binnen twee weken wat u van mijn voorstellen vindt.
  • Ik neem binnenkort telefonisch contact met u op om te horen wat u van mijn voorstel vindt. (is wat brutaler)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

TIPS
  • Lees de opdracht goed door en haal daar de informatie uit die je kan gebruiken in je brief. 
  • Zorg voor een duidelijke indeling van de brief: deel hem in, in alinea's die elkaar op logische wijze opvolgen en die van elkaar worden gescheiden door een witregel. 
  • Er moeten minimaal drie alinea's zijn: Inleiding, kern, slot!
  • Denk goed na waarom je de brief schrijft, wat je argumenten zijn en je voorbeelden.
  • Schrijf relatief korte maar duidelijke zinnen. Blijf altijd beleefd.
  • Begin je brief nooit met 'Ik'. Later in de brief mag dat wel. 
  • Begin een zin nooit met 'En'. Schrijf geen komma voor en.
  • Lees! Je zinnen moeten goed lopen. De lezer moet je begrijpen. 

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van een zakelijke brief
1. Je moet je houden aan de briefconventies.
Briefconventies zijn de algemene regels die gelden voor het opstellen en schrijven van een officiële brief.

2. Je gebruikt formele taal oftewel zakelijke taal. 

Slide 17 - Tekstslide

Formeel- Informeel
Een voorbeeld van een formeel intro in een offertetekst:
Geachte heer De Vries,
Naar aanleiding van ons prettige gesprek d.d. 24 oktober jl. stuur ik  u de offerte toe inzake project X.

Hetzelfde voorbeeld maar dan informeel:
Hallo Piet,
Wat een tof gesprek hadden we met elkaar afgelopen maandag over project X! De offerte met wat we voor jullie kunnen doen, zit in de bijlage.

Slide 18 - Tekstslide

Je gaat een klachtenbrief schrijven naar de directie van de school. Welk taalgebruik gebruik je?
A
Formeel - u
B
Informeel - je

Slide 19 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
Bedankt voor uw medewerking.
B
Bedankt voor Uw medewerking.
C
Bedankt voor u medewerking.
D
Bedankt voor U medewerking.

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel alinea's moet je zakelijke brief minimaal hebben?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 21 - Quizvraag

De zinnen die samen een alinea vormen, horen inhoudelijk bij elkaar.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welke afsluiting bij een zakelijke brief is goed?
A
Groetjes, Naam + Achternaam
B
met vriendelijke groet, handtekening Naam + Achternaam
C
Hoogachtend, handtekening Naam + Achternaam
D
Met vriendelijke groet, handtekening Naam + Achternaam

Slide 23 - Quizvraag

Voorbeeld zakelijke brief
Uitdelen op papier...

Leg deze naast je laptop als je een zakelijke brief of e-mail schrijft, zodat je de basis zelf kunt controleren. 




Slide 24 - Tekstslide

Wat nu...
Aan de slag met:

  • 0-meting spelling en grammatica

  • opdrachten spelling en grammatica

  • start met schrijfopdrachten, zie studiewijzer




Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Heb je feedback voor mij?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide