3K H3.2 Waarvoor zou je sparen?

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
Paragraaf 2 Waarvoor zou je sparen?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
Paragraaf 2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de drie spaarmotieven noemen en er voorbeelden bij geven.

Je kunt het verschil tussen vrij opneembaar spaargeld en een spaardeposito uitleggen.
Je kunt rente berekenen met enkelvoudige rente.
Je kunt uitleggen welk gevolg inflatie heeft voor de koopkracht van je spaargeld.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sparen is:
A
Het uitstellen van consumptie
B
Het na je toe halen van consumptie

Slide 8 - Quizvraag

Welke spaarmotieven zijn er dus?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor je pensioen
C
Sparen voor rente
D
Sparen uit voorzorg

Slide 9 - Quizvraag

Als ik spaar voor een nieuwe auto, dan spaar ik voor een?
A
doel
B
voorzorg
C
rente

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een spaardeposito?
A
Een rekening waarop geld staat waar je altijd bij kan als je het nodig hebt.
B
Een rekening waarop het geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vaste rent.
C
Dit is een ander woord voor variabele rente.
D
Dit is een ander woord voor vaste rente.

Slide 11 - Quizvraag

En wat is het spaarbedrag na 1 jaar met enkelvoudige rente?
Spaarrekening: €1.000
Rente: 2%
A
€20
B
€30
C
€50
D
€60

Slide 12 - Quizvraag

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente
A
€40,00
B
€120,00
C
€60,00
D
€100,00

Slide 13 - Quizvraag