Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3V - herhaling - het betrekkelijk voornaamwoord
3V - pronom relatif (qui, que, où)
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3V - pronom relatif (qui, que, où)
Slide 1 - Tekstslide
pronom relatif (qui, que, où)
Léo a un chien. Son chien s'appelle Nala.
Léo a un chien
qui
s'appelle Nala.
Slide 2 - Tekstslide
pronom relatif (qui, que, où)
Léo a un chien
qui
s'appelle Nala.
hoofdzin en bijzin
verbonden door een
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 3 - Tekstslide
pronom relatif (qui, que, où)
Léo a un chien. Son chien s'appelle Nala.
Léo a un chien
qui
s'appelle Nala.
qui
: onderwerp van de betrekkelijke bijzin
Mathilda a un chat. Elle adore son chat.
Mathilde a un chat
qu
'elle adore. (
qu=que
)
que
: lijdend voorwerp van de betrekkelijke bijzin
Slide 4 - Tekstslide
pronom relatif (qui, que, où)
Handig om te weten:
que
verandert naar
qu'
voor een klinker of een stomme 'h'
qui
verandert nooit
lijdend voorwerp = wie/wat + gezegde + onderwerp
Slide 5 - Tekstslide
pronom relatif (qui, que, où)
Résumé
qui
= onderwerp betr. zin
que (qu')
= lijdend voorwerp betr. zin
où
= waar (waarop, waarheen, etc.)
Slide 6 - Tekstslide
Kies QUI, QUE of OÙ.
Paris est la ville __ j'aimerais habiter.
A
qui
B
que
C
où
Slide 7 - Quizvraag
Kies QUI, QUE of OÙ.
Le garçon ___ chante une chanson française.
A
qui
B
que
C
où
Slide 8 - Quizvraag
Kies QUI, QUE of OÙ.
C'est Léa __ aime danser.
A
qui
B
que
C
où
Slide 9 - Quizvraag
Kies QUI, QUE of OÙ.
Voilà le truc __ tu as oublié.
A
qui
B
que
C
où
Slide 10 - Quizvraag
Kies QUI, QUE of OÙ.
J'adore la robe ____ elle a acheté.
A
qui
B
qu'
C
où
Slide 11 - Quizvraag
Vul in: QUI, QUE of OÙ.
C'est la ville ___ ma mère est née.
Slide 12 - Open vraag
Vul in: QUI, QUE of OÙ.
J'ai un chat ___ j'ai appelé Mimi.
Slide 13 - Open vraag
des questions?
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3HV - het betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2020
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4de - het betrekkelijk voornaamwoord
Februari 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3HV - het betrekkelijk voornaamwoord
Februari 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3HV - het betrekkelijk voornaamwoord
November 2022
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1V pronom relatif
Juni 2024
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A4 - Grammaire III - Le pronom relatif Herhaling
Juni 2020
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Signaalwoorden oefenen
Juni 2024
- Les met
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Les pronoms relatifs qui et où
Juli 2024
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2