Naast moedertaal bestaan de begrippen tweede taal en vreemde taal.
‘Een tweede taal’ is niet je moedertaal, maar de taal die je leert in het land waar die taal gesproken wordt (dus de omgangstaal is). Bijvoorbeeld: als iemand uit Afghanistan in Nederland komt en hier Nederlands leert, leert die persoon het Nederlands als tweede taal.
‘Een vreemde taal’ is de taal die je vaak op school leert, maar die buiten de school niet de omgangstaal is. Zo leer jij op de middelbare school de vreemde talen Engels, Frans, Duits en misschien ook Latijn en Grieks. De laatste twee talen worden meestal klassieke talen of oude talen genoemd.