Zeeklimaat noorden van Spanje: temperatuur hoger door lagere breedteligging. Hele jaar neerslag door aanlandige wind.
Middellandse Zeeklimaat aan de Spaanse "Costa's", Het is warm in de zomer en zacht in de winter. Neerslag valt in de winter. Je vindt hier veel massatoerisme. In de winter veel ouderen die overwinteren.
Landklimaat in het binnenland: hete, droge zomer en koude winter.
Hooggebergte klimaat in de bergen: Pyreneeen. Er zijn grote temperatuurverschillen op korte afstand.
Rond de stad Almeria is het heel droog: Steppeklimaat. Het regent er dus veel te weinig. Droogte is hier een groot probleem
Slide 4 - Tekstslide
Waarom is het in Spanje warmer dan in Nederland?
Breedteligging is lager dus de invalshoek van de zon is groter (kijk nog eens in je boek).
Azoren-hogedrukgebied (dalende lucht, wolken lossen op) zorgt voor hete en droge zomers in grote delen van Spanje. Zie kaartje voor de ligging van dit hogedrukgebied.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Neerslag in Spanje
-noordwesten: veel neerslag
-zuidoosten: weinig neerslag
. Kleuren kaart:
-> hoe donkerder blauw,
hoe meer mm neerslag er valt.
-> Hoe donkerder geel,
hoe minder neerslag er valt
Het binnenland van Spanje ligt in de regenschaduw: het is hier erg droog. Het binnenland is omringd door gebergten, hier komt bijna geen neerslag.
Slide 8 - Tekstslide
Soorten neerslag ->
Stuwingsregen -> lucht moet opstijgen tegen gebergte.
Stijginsregen-> warme lucht stijgt op en koelt meteen weer af, het gaat regenen.
Frontale neerslag -> botsing warme en koude lucht.
Slide 9 - Tekstslide
Kaart Reliëf Spanje
Pyreneeën: hooggebergte tussen Frankrijk en Spanje. Je kunt hier zelfs skiën in de winter!
Sierra Nevada: gebergte in het zuiden van Spanje. Hoogte = 3478m en hierdoor kun je ook hier skiën in de winter! Sierra Nevada betekent dan ook "besneeuwde bergketen".
Cantabrisch Gebergte-> noordwesten van Spanje. Hier valt veel stuwingsneerslag, vandaar dat dit deel van Spanje ook wel het 'groene Spanje' wordt genoemd.
Slide 10 - Tekstslide
Stuwingsregen -> bij gebergten
Loefzijde = kant waar het regent
Aanlandige wind moet opstijgen tegen het gebergte. De lucht koelt hierdoor af (hoe hoger hoe kouder!) en het gaat regenen.
Lijzijde = regenschaduw = droge kant van het gebergte.
Lijzijde: de lucht daalt aan de andere kant van de berg en de wolken lossen weer op. Aan deze kant valt er dus niet of nauwelijks neerslag.
Slide 11 - Tekstslide
Stijgingsregen
Warme lucht stijgt op -> koelt af -> condensatie -> het regent.
Dit soort neerslag komt in het warme binnenland van Spanje voor. Omdat het zo warm is, verdampt de neerslag snel...
Slide 12 - Tekstslide
Frontale neerslag
Warme en koude lucht botsen tegen elkaar -> koude lucht is zwaar en de warme lucht is gedwongen op te stijgen. Als warme lucht opstijgt, koelt hij af. Hierdoor ontstaan er wolken en gaat het regenen.
Frontale regen komt veel veel in Nederland. Wij liggen aan zee en hebben geen bergen. Wel komt de wind bijna altijd uit het zuidwesten.
Een front = plek waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen.
Slide 13 - Tekstslide
Waterproblemen in Spanje
Teveel neerslag
Te weinig neerslag
Hoge verdamping
Slide 14 - Tekstslide
Hoe onstaan deze problemen?
De neerslag is ongelijk over het land verdeeld.
Hoge neerslagintensiteit -> dit is de hoeveelheid neerslag die in 1 regenbui valt.
Hoge neerslagintensiteit = kans op overstroming
Hoge verdamping -> nuttige neerslag is laag
Nuttige neerslag is laag => neerslag _ verdamping
Lage nuttige neerslag wil dus zeggen dat er weinig neerslag overblijft dat je kunt gebruiken omdat het meeste al verdampt is.