- Je krijgt 10 minuten om het huiswerk na te kijken - Ben je klaar? Begin aan de opgaven op bladzijde 92 & 93
Slide 2 - Tekstslide
Willem wil een hypotheek afsluiten voor zijn woning. De woning is €300.000 waard. Willem wil graag een hypotheek afsluiten voor €325.000. Leg uit of dit een verstandig idee is.
Slide 3 - Open vraag
Wat is een ander woord voor het woord ''lening''
Slide 4 - Open vraag
Je leent €5000 bij de bank. Uiteindelijk betaal je €6.500 terug aan de bank. Hoe veel € zijn de kredietkosten?
Slide 5 - Open vraag
Kevin leent €10.000 bij de bank. Hij betaalt 36 maanden lang iedere maand €300 terug. Bereken hoe veel % rente Kevin in totaal over het geleende bedrag betaalt.
Slide 6 - Open vraag
Welke 4 motieven (redenen) zijn er om geld te lenen?
Slide 7 - Open vraag
Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je afgeloste bedragen weer opnieuw mag lenen tot de kredietlimiet?
A
Persoonlijk lening
B
Salariskrediet
C
Doorlopend krediet
D
Koop op afbetaling
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je tot een bepaald bedrag in het rood mag staan?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Salariskrediet
D
Koop op afbetaling
Slide 9 - Quizvraag
Bekijk de wisselkoers van de Deense kroon. Als je 7,48 Deense kronen inlevert bij de bank, hoe veel euro krijg je daarvoor?
A
€1
B
€7,39
C
€7,48
Slide 10 - Quizvraag
Bekijk de tabel op bladzijde 86 van je boek. Je wisselt €1 in voor Deense kronen. Hoe veel Deense kronen krijg je hiervoor?
A
7,39 Deense Kronen
B
7,48 Deense Kronen
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de tabel op bladzijde 86. Je wilt voor een reis naar Denemarken €150 besteden. Hoe veel Kronen kan je voor dat bedrag kopen?
Slide 12 - Open vraag
je komt terug van de reis naar Denemarken. Je hebt 50 Deense kronen over. Hoe veel € ontvang je daarvoor?
Slide 13 - Open vraag
Aankoopprijs 1 aandeel Tesla: €308,50 Verkoopprijs 1 aandeel Tesla: €297,50 Bereken het verlies in % van het aankoopbedrag