Quiz voortplanting
1 / 21
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe noem je de geslachtscellen van een vrouw?
A
embryo
B
eicel
C
voortplantingscellen
D
follikels
Slide 2 - Quizvraag
Wat is bevruchting ?
A
als de kern van de zaadcel samensmelt met de kern van de eicel
B
als de eicel gaat vastzitten in het baarmoederslijmvlies
C
Als de eicel uit de follikel vrijkomt
D
als de eicel in de eileiders komt
Slide 3 - Quizvraag
Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Bijbal
B
Zaadbal
C
Balzak
D
Prostaat
Slide 4 - Quizvraag
Waar worden eicellen opgeslagen?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de eierstokken
D
in het baarmoederslijmvlies
Slide 5 - Quizvraag
Waar worden zaadcellen opgeslagen?
A
Bijbal
B
Zaadbal
C
Balzak
D
Prostaat
Slide 6 - Quizvraag
Hoe noem je de geslachtskenmerken die ontstaan rond je 12e levensjaar?
A
secundaire geslachtskenmerken
B
tertiaire geslachtskenmerken
C
primaire geslachtskenmerken
D
pubertijd
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet het orgaantje dat een seintje geeft om zaadcellen te maken
Slide 8 - Open vraag
De organen ........ en..... voegen vocht toe aan de zaadcellen
A
Prostaat
B
Bijbal
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen
Slide 9 - Quizvraag
Hoe komen hormonen van de hersenen bij de eierstokken: via de....
Slide 10 - Open vraag
Bevruchting vindt plaats in de..
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de verschillen die gaan over denken en doen?
A
secundaire geslachtskenmerken
B
tertiaire geslachtskenmerken
C
primaire geslachtskenmerken
D
pubertijd
Slide 12 - Quizvraag
Welk voorbehoedsmiddel beschermt tegen soa's
A
De pil
B
Spiraal
C
Condoom
D
Sterilisatie
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de nageboorte?
A
placenta en de hele navelstreng
B
placenta en een deel van de navelstreng
C
de navelstreng met een deel van de placenta
D
het vruchtvlies
Slide 14 - Quizvraag
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 15 - Quizvraag
eisprong
menstruatie
rijpen eicel
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is de lichtgroene kleur?
A
Eisprong
B
Menstruatie
C
Vruchtbare periode
D
Menstruatiecyclus
Slide 17 - Quizvraag
In welke fase van de bevalling starten de weeën?
A
Uitdrijving
B
Ontsluiting
C
Nageboorte
Slide 18 - Quizvraag
Welke stof(fen) gaan vanuit de foetus naar de moeder toe?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Voedingsstoffen
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noemen we het kind na twaalf weken zwangerschap?
A
Baby
B
Foetus
C
Embryo
D
Follikel
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noem je de geslachtskenmerken die al vanaf de geboorte zichtbaar zijn?
A
secundaire geslachtskenmerken
B
tertiaire geslachtskenmerken
C
primaire geslachtskenmerken
D
pubertijd
