Quiz T4 en 5
1 / 20
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waardoor kan een penis stijf worden, als er geen extra botje in zit?
Slide 2 - Open vraag
Waardoor komen de secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Slide 4 - Sleepvraag
Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staatligging
Slide 6 - Quizvraag
Waar ontwikkelen zaadcellen zich?
A
In het zaadblaasje
B
In de bijballen
C
In de teelballen
D
In de prostaat
Slide 7 - Quizvraag
Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
prostaat
B
zaadblaas
C
zaadleiders
D
bijballen
Slide 8 - Quizvraag
Een eicel wordt bevrucht in
A
de vagina
B
de baarmoeder
C
de eileider
Slide 9 - Quizvraag
Tijdens de zwangerschap blijven de menstruaties doorgaan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de volgende kenmerken hebben betrekking op menselijke eicellen?
1 Deze cellen kunnen zelf bewegen.
2 Deze cellen bevatten veel reservevoedsel.
3 Deze cellen zijn van beide typen geslachtscellen de grootste.
4 Deze cellen hebben een zweepstaart
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4
Slide 11 - Quizvraag
Roken is schadelijk voor de gezondheid. Daarom staan er op de verpakkingen van sigaretten waarschuwingen. Een van deze waarschuwingen is: ‘Roken vermindert de vruchtbaarheid.’ Dat komt onder andere doordat de zaadcellen, die gevormd zijn onder invloed van hormonen, door roken minder beweeglijk worden.
Welke hormoonklier maakt de hormonen die de productie van zaadcellen stimuleren?
Slide 12 - Open vraag
Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
alleen ovulatie en geen menstruatie
C
zowel menstruatie als ovulatie
D
zowel geen menstruatie als geen ovulatie meer
Slide 13 - Quizvraag
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 14 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Een SOA is altijd een virus.
Een SOA is altijd een virus.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen.
Hoeveel chromosomen
bevatten de eicellen van katten?
Hoeveel chromosomen
bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen
Slide 16 - Quizvraag
Waar codeert het DNA voor?
A
Genen
B
Eigenschappen
C
Eiwitten
D
Chromosomen
Slide 17 - Quizvraag
Een kameel heeft in de eicel 36 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft zij in een beencel?
A
36
B
46
C
21
D
72
Slide 18 - Quizvraag
Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
Niet mogelijk
D
Fenotype
Slide 19 - Quizvraag
In welk van de aangegeven delen vindt gewoonlijk de eerste deling van een eicel plaats, direct na de bevruchting?
A
1
B
2
C
3
D
4
