In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
6V - Subjonctif
Slide 1 - Tekstslide
2 situations pour le subjonctif:
Let op: de subjonctif staat altijd in de bijzin en begint altijd met que !
1. Na ww in de hoofdzin die een wens, wil, noodzaak, twijfel of (on)mogelijkheid uitdrukken
2. Na bepaalde voegwoorden die eindigen op que: avant que, bien que, quoique, jusqu'à ce que, pour que, afin que, à moins que, sans que, pourvu que, à condition que
Slide 2 - Tekstslide
Attention!
Bij de volgende veelvoorkomende ww gebruik je GEEN subjonctif in de bijzin:
croire, penser, espérer, dire
Slide 3 - Tekstslide
Na welk ww in de hoofdzin, gebruik je GEEN subjonctif in de bijzin?
A
je veux que...
B
j'espère que ....
C
Il est possible que ...
D
Je doute que ....
Slide 4 - Quizvraag
Na welk ww in de hoofdzin, gebruik je GEEN subjonctif in de bijzin?
A
Je désire que ...
B
Je souhaite que ...
C
il est vrai que ....
D
Il est nécessaire que ...
Slide 5 - Quizvraag
Na welk signaalwoord komt altijd de subjonctif?
A
pourvu que
B
parce que
C
comme
D
d'ailleurs
Slide 6 - Quizvraag
Na welk signaalwoord komt GEEN subjonctif?
A
avant que
B
à condition que
C
bien que
D
autant que
Slide 7 - Quizvraag
Vervoeging
Je moet de vervoegingen herkennen
Van de belangrijkste ww moet je actief weten hoe je die vervoegt in de subjonctif: rww op -er + avoir, être, aller, faire, pouvoir
Slide 8 - Tekstslide
Subjonctif: rww -er
Slide 9 - Tekstslide
subjoncif oww
Slide 10 - Tekstslide
Je veux que tu ______ à l'école! (aller)
A
ailles
B
sois
C
aies
D
vas
Slide 11 - Quizvraag
Il est doutable que vous ______ vos devoirs (faire)
A
fassez
B
fassiez
C
faites
D
faities
Slide 12 - Quizvraag
Il est nécessaire que je _____ écrire une lettre en français.