H1 landschap §4 waar blijft alle zand, grind en klei?

H2 landschap
§4 waar blijft alle zand, grind en klei
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 landschap
§4 waar blijft alle zand, grind en klei

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen §4
Je weet op welke manier zandbanken, duinen en delta’s worden gevormd.
Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.
Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is vorstverwering....

Slide 3 - Open vraag

Wat is erosie?

Slide 4 - Open vraag

A
B
C
Bij welke letter vind de meeste verwering plaats? 
Antwoord geven op de volgende dia...

Slide 5 - Tekstslide

De meeste verwering vindt plaats bij...
A
A
B
B
C
C

Slide 6 - Quizvraag

A
B
C
Welke letter geeft de laagvlakte aan....
Antwoord geven op de volgende dia...

Slide 7 - Tekstslide

De laagvlakte ligt bij letter....
A
A
B
B
C
C

Slide 8 - Quizvraag

A
B
C
Waarom zal vooral in gebied C veel verweringsmateriaal
gesedimenteerd worden? ( open vraag op volgende dia) 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zal vooral in gebied C veel verwerings -materiaal gesedimenteerd worden?

Slide 10 - Open vraag

Ook in de monding van de rivier komt het water tot stilstand. Hier
sedimenteert zand en klei en ontstaat een delta.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe herken je een delta?

Een stuk land dat in zee uitsteekt. / De rivier vertakt in meerdere geulen / Het heeft een vorm van een driehoek

Slide 12 - Tekstslide

Sommige rivieren hebben juist een trechtvormige monding: een estuarium.

Op welk plaatje zie je een estuarium?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom vormt zich geen delta op plaatje A?

Door de sterke werking van eb en vloed wordt het zand en klei door de zee meegenomen.


Slide 14 - Tekstslide

Een deel van het zand uit de
rivieren komt terecht in zee en
vormt zandbanken vlak voor de
kust.

Vanaf deze zandbanken wordt het
zand naar het strand getransporteerd.

Welke kracht is verantwoordelijk
voor dit transport?
(antwoord op volgende dia)

Slide 15 - Tekstslide

Welke kracht is verantwoordelijk
voor dit transport?

Slide 16 - Open vraag

Na iedere golf blijft een dun laagje
zand achter op het strand. Zo’n kust noemen we een aanslibbingskust.

Uiteindelijk zorgt de wind ervoor dat het zand landinwaarts wordt geblazen en zich duinen kunnen vormen.

Hoe kan het dat zand op een plek blijft liggen en langzaam een duin wordt?

Zand hoopt zich op in de luwte van
plantjes of voorwerpen (hout).





Slide 17 - Tekstslide

Op sommige plekken in de laagvlakte en op zee liggen kilometers
dikke lagen sediment (zand en klei).

Door de druk van de bovenliggende lagen wordt het sediment samengeperst en ontstaat sedimentgesteente.

Slide 18 - Tekstslide

Schelpen 


Klei


Zand


Sediment
Kalksteen


Schalie


Zandsteen


Sedimentsgesteente

Slide 19 - Tekstslide

Hoe herken je  sedimentsgesteente? 
Zandsteen
Je ziet de laagjes nog terug en je vindt soms
fossielen in het gesteente.

Slide 20 - Tekstslide

Extra lesmateriaal

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video