Pulsar 2.1 en 2.2 Stoffen sorteren

H2 Stoffen sorteren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H2 Stoffen sorteren

Slide 1 - Tekstslide

§2.1 en §2.2
Stoffen sorteren

Stoffen uit voeding halen
Stoffen zuiveren

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
Noem minimaal 2 en maximaal 5 dingen waar je aan denkt bij het woord 'scheiden'. 
Waar denk je aan bij het woord
'scheiden'?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het eind van deze Les weet je:
  • Verschil tussen een mengsel en zuivere stof benoemen
  • Op welke drie manieren je stoffen kan scheiden
  • Beschrijven wat er gebeurd bij extraheren
  • Beschrijven wat er gebeurd bij filtreren
  • Beschrijven wat er gebeurd bij indampen
  • Herkennen welke scheidingsmethode er wordt gebruikt

Slide 4 - Tekstslide

Stoffen scheiden

Slide 5 - Tekstslide

Mengsel
Allemaal verschillende moleculen in één stof

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een mengsel?
Veel stoffen die wij nodig hebben, komen uit de natuur.
Die stoffen vind je meestal niet in zuivere vorm, maar in een mengsel.
Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.

Lucht is een mengsel van meerdere gassen
Beton is een mengsel van water, cement en zand
Extra
Net zoals bij een fase overgang, veranderen de moleculen van een stof niet. Dus de verschillende stoffen in een mengsel behouden dezelfde moleculen. 
Om die verschillende soorten moleculen van elkaar te scheiden gebruik je een scheidingsmethode

Slide 7 - Tekstslide

Een mengsel bestaat uit:
A
Meerdere atomen
B
Meerdere moleculen
C
Meerdere stoffen

Slide 8 - Quizvraag

Een zuivere stof bestaat uit ...
A
Eén enkele stof
B
Eén soort moleculen
C
Eén soort atomen?

Slide 9 - Quizvraag

Scheidingsmethoden
We gaan kijken naar drie scheidingsmethoden:
  1. Indampen
  2. Filtreren 
  3. Extraheren

Slide 10 - Tekstslide

Stoffen scheiden
Om stoffen van elkaar te scheiden, gebruik je een scheidingsmethode.

Welke je gebruikt hangt af van de stoffen die in het mengsel aanwezig zijn.
Extra
De scheidingsmethodes die wij in deze paragraaf gaan behandelen, zijn indampen, filtreren en extraheren.
Indampen
Filtreren
Extraheren

Slide 11 - Tekstslide

Indampen
Voorbeeld
Zeewater is een oplossing van zout in water. Wanneer je dat gaat verhitten, verdampt het water en blijft het zout als vaste stof achter. Het scheiden van deze 2 stoffen op deze manier heet indampen.
Extra
Indampen is dus een manier om een opgeloste stof te scheiden van een oplosmiddel.
Opgeloste stof scheiden van oplosmiddel

Verwarmen

Nadeel: 1 stof verdwijnt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Na het indampen blijft achter...
A
Het oplosmiddel
B
De oplossing
C
Het mengsel
D
De opgeloste stof

Slide 14 - Quizvraag

Wat is indampen?

Slide 15 - Open vraag

Filtreren
Vaste stof scheiden van vloeistof 

Filter

Residu - blijft achter in filter
Filtraat - gaat door filter heen

Slide 16 - Tekstslide

Filtreren
Je giet het mengsel voorzichtig in een filter. De vloeistof (filtraat) gaat door het filter heen en de vaste stof (residu) blijft achter. 

Extra + voorbeeld
Door filtreren kun je een vaste stof scheiden van een vloeistof. 
Een voorbeeld hiervan is een mengsel van zand en water. Wanneer je dat door een filter laat lopen, blijft het zand in de filter achter.

Slide 17 - Tekstslide

Filtreren gebruik je om een … van een … te scheiden
A
gas - vaste stof
B
Vaste stof - vloeistof
C
vloeistof - gas
D
opgeloste stof - vloeistof

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de stof wat achter blijft in de filter bij het filtreren?
A
Filtraat
B
Rendement
C
Residu
D
Heeft geen naam

Slide 19 - Quizvraag

Extraheren
Oplosbare stof scheiden van onoplosbare stof


Oplosmiddel

Voorbeeld
Een voorbeeld van extraheren is koffie of thee zetten. Als je heet water bij een theezakje giet, lossen sommige stoffen op in het water en sommige niet. De theebladeren blijven namelijk achter in het filter (theezakje). Stoffen die wel oplossen zijn onder andere de geur-, kleur- en smaakstoffen. 
Extra
Door extraheren kun je oplosbare stoffen scheiden van niet-oplosbare stoffen. Je moet dus het juiste oplosmiddel (extraheermiddel) vinden om te gebruiken. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Welke stoffen worden gescheiden bij extraheren?

Slide 22 - Open vraag

Zuivere stoffen
Bestaan uit één type molecuul!

Slide 23 - Tekstslide

Zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit alleen moleculen van die stof. 


Bijvoorbeeld: een schepje suiker bevat alleen suikermoleculen.

Slide 24 - Tekstslide

Zuivere stof
In theorie kun je een stof zo ver zuiveren dat je een 100% zuivere stof  overhoudt. Alle moleculen in die stof zijn dan van dezelfde soort. 

In praktijk is dat niet haalbaar: er blijven altijd kleine hoeveelheden van andere moleculen achter.
In het dagelijks leven betekent 'zuiver' dat je een stof veilig kunt gebruiken. 
Kraanwater is geen zuivere stof: er zitten opgeloste stoffen in. Toch is het wel 'zuiver drinkwater': je kunt het zonder gevaar drinken.

Slide 25 - Tekstslide

Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren. Je zorgt ervoor dat de moleculen van dezelfde soort bij elkaar terechtkomen. Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13 
3 zuivere stoffen

Slide 26 - Tekstslide

Als je twee zuivere stoffen mengt dan krijg je een
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 27 - Quizvraag

Keukenzout is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 28 - Quizvraag

Zeewater is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 29 - Quizvraag

Melk is een ....
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 30 - Quizvraag

Een zuivere stof bestaat uit één stof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Suiker is een zuivere stof.
Het bestaat alleen uit suikerdeeltjes.
Deze deeltjes noemen we ....
A
Atomen
B
Moleculen

Slide 32 - Quizvraag

Uitleg
Sleep de blauwe vlakjes (met een plaatje of beschrijving erin) naar de juiste scheidingsmethode. Let op! Sommige kunnen bij meerdere scheidingsmethodes. 
Kalkaanslag
Filtreren
Indampen
Extraheren
Zout uit water halen
Geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes halen

Slide 33 - Sleepvraag

Sjors heeft een mengsel van zand en zout en wil dit scheiden. Hij wil droog zand en zout overhouden. Bedenk hoe Sjors dit kan aanpakken.
Zet de stappen in de juiste volgorde en beschrijf iedere stap gedetailleerd.

Slide 34 - Open vraag

Stappenplan: Het mengsel zand en zout scheiden
  1. Bij het mengsel voeg je water toe. Het zout lost op en het zand niet.
  2. Je hebt nu een mengsel van een vloeistof en een vaste stof: dit ga je filtreren. 
  3. Je hebt nu een mengsel van een opgeloste stof en het oplosmiddel: dit ga je indampen. 
Extraheren
Bij stap 1 ben je aan het extraheren. De ene stof lost wel op en de andere niet. 
Filtreren
Bij stap 2 ga je filtreren. Het zand blijft achter in het filter en het water met daarin de opgeloste stof (zout) gaat door het filter heen.
Indampen
Bij stap 3 ga je indampen. Het water verdampt en het zout blijft in vaste vorm achter.

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen
Controleer voor jezelf of je de volgende doelen behaald hebt.
Aan het einde van deze les kan ik...
  • Verschil tussen een mengsel en zuivere stof benoemen
  • Beschrijven wat er gebeurd bij indampen
    , filtreren en  extraheren. 
  • Herkennen welke scheidingsmethode er wordt gebruikt

Slide 36 - Tekstslide