Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal: oefenen toetsdoelen
Taal: oefenen met de doelen die
morgen
in de
toets
voorkomen
Doel 21: enkelvoud en meervoud
Doel 46: de komma op de juiste plaats
Doel 52: sterke en zwakke werkwoorden
Doel 59: zinnen in zinsdelen verdelen
één schoen twee schoenen
ik liep
ik verfde
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taal: oefenen met de doelen die
morgen
in de
toets
voorkomen
Doel 21: enkelvoud en meervoud
Doel 46: de komma op de juiste plaats
Doel 52: sterke en zwakke werkwoorden
Doel 59: zinnen in zinsdelen verdelen
één schoen twee schoenen
ik liep
ik verfde
Slide 1 - Tekstslide
Enkelvoud en meervoud
Weet je het nog?
één schoen
twee schoenen
één lepel
twee lepels
één kind
twee kinderen
één kiwi
twee kiwi's
Slide 2 - Tekstslide
één pinda, twee ...
Slide 3 - Open vraag
Een komma,
weet je het nog?
Slide 4 - Tekstslide
In welke zin staat de komma op de juiste plaats?
A
Ik oefen goed, voor mijn toets want dat is slim.
B
Ik oefen goed voor mijn toets, want dat is slim.
C
Ik oefen, goed voor mijn toets want dat is slim.
D
Ik oefen goed voor mijn toets want, dat is slim.
Slide 5 - Quizvraag
Let op:
Zwakke werkwoorden
worden in het vervolg ook wel
regelmatige
werkwoorden
genoemd.
Sterke werkwoorden
worden ook wel
onregelmatige werkwoorden
genoemd.
Uitleg zwakke/regelmatige werkwoorden
Uitleg sterke/onregelmatige werkwoorden
Weet je het nog?
Slide 6 - Tekstslide
Hij ... goed klimmen (gebruik een vorm van het werkwoord 'kunnen')
Slide 7 - Open vraag
Weet je het nog?
Zinsdelen zijn stukjes van de zin die bij elkaar horen.
Zinsdelen
Slide 8 - Tekstslide
=zinsdeel 1
=zinsdeel 2
Slide 9 - Tekstslide
zinsdeel 3->
zinsdeel 4->
Slide 10 - Tekstslide
Sommige kinderen vinden het fijner om het volgende stappenplan te volgen:
1. Wat is de persoonsvorm? = zinsdeel 1
2. Stel de vraag; Wie/wat + pv?
= zinsdeel 2
3. Stel voor elk volgend zinsdeel een
W- vraag;
Waar-wanneer-wat (+ de zinsdelen
die je al weet)?
Mo gaat met zijn vriend naar de kermis
Slide 11 - Tekstslide
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Ik/ga/met mijn neefje/naar buiten
B
Ik/ga/met/met mijn neefje/naar buiten
C
Ik/ga/met mijn neefje/naar/buiten
D
Ik ga/met mijn neefje/naar buiten
Slide 12 - Quizvraag
Oefen met de woordenschat woorden.
Klik hier
of
klik hier
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat moet je doen?
- Je maakt van elk doel 10 opgaven;
-Daarna werk je verder in je werkpakket
Je bent in totaal 30 min. met taal op Snappet bezig
Klik hier om afgeschoten te worden naar Snappet!
timer
30:00
Doel 21: enkelvoud en meervoud
Doel 46: de komma op de juiste plaats
Doel 52: sterke en zwakke werkwoorden
Doel 59: zinnen in zinsdelen verdelen
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
taal verkennen thema 4
Januari 2023
- Les met
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal Thema 4 week 1 les 1a en 1b
Januari 2021
- Les met
10 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Groep 5 waar moet de komma - taal
Maart 2021
- Les met
11 slides
Basisschool
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Les met
27 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Taal Thema 4 week 3 les 11a en b
Januari 2021
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Zinsdelen en zinsopbouw
Januari 2022
- Les met
25 slides
door
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Taal Thema 4 week 2 les 6a en b
Januari 2022
- Les met
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 6