CB les 2 Havo oefenen kort verhaal, dictee en argumentatieleer
Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
- Herhalen periode 1
- Dictee
- Argumentatieleer
- Numo
Slide 3 - Tekstslide
PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je een dictee gemaakt
- Je hebt geoefend hoe je argumenten kunt inzetten
- Je hebt een kort verhaal gelezen en vragen beantwoordt
- Je hebt kennis van periode 1 opgehaald
Slide 5 - Tekstslide
Leerpunten toets periode 1
- Maak alle vragen
- Maak altijd de schrijfopdracht, ook voor de onderdelen krijg je punten (even voordoen)
- Weet wat de docent vraagt/oefenexamens
- Lezen, lezen, lezen
Slide 6 - Tekstslide
Wat heb je geleerd in periode 1?
Slide 7 - Open vraag
Oliebollen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 8 - Quizvraag
Ik ben wat later, want ik heb de tram gemist.
A
opsomming
B
tijd
C
reden, oorzaak, gevolg
D
voorwaarde
Slide 9 - Quizvraag
Uit welke onderdelen bestaat een inleiding?
Slide 10 - Open vraag
Dictee
- Ik spreek en jij schrijft
- Ik lees de zin voor en herhaal de relevante woorden
- Schrijf alleen de woorden op
- Kijk na. Hoeveel had je goed?
Slide 11 - Tekstslide
1. “Op een zwart-witfoto lijkt de sinterklaasintocht onveranderd,” zeiden de zeven tv-presentatoren volgens Kees’ zusje. (6)
Slide 12 - Tekstslide
2. Tijdens de diploma-uitreiking konden sommige leerlingen de op- en aanmerkingen van de conciërge waarderen, terwijl andere hem egoïstisch vonden. (6)
Slide 13 - Tekstslide
3. De goed bereide oer-Hollandse maaltijd,/ waaronder een karbonaadje,/ is door veertig juryleden genuttigd. (5)
Slide 14 - Tekstslide
Invloed uitoefenen
Invloed kunnen uitoefenen betekent macht. Als je de baas wilt zijn en dat iedereen naar jou luistert, moet je kunnen overtuigen.
Goed kunnen overtuigen betekent dat jij kunt leiden en dat anderen doen wat jij zegt of het met je eens zullen zijn. Dan krijg jij je zin!
Slide 15 - Tekstslide
Op welke manieren kun je je zin krijgen?
Slide 16 - Woordweb
Manieren om je zin te krijgen..
Bedreigen
Manipuleren
Chanteren
Geweld uit oefenen
Slide 17 - Tekstslide
Manieren om je zin te krijgen (2)
In onze samenleving hebben we met elkaar hebben afgesproken dat al deze manieren van beïnvloeden onethisch/onbeschaafd zijn, bij het gebruik ervan kunnen er wettelijke straffen opstaan.
Slide 18 - Tekstslide
Inzetten onethische overtuigingsmiddelen
In een dictatuur of een andere ongezonde samenleving zie je helaas dat onethische overtuigingsmiddelen worden of werden ingezet. Denk je dat jij beïnvloed kunt worden door een dictator? Bekijk de volgende trailer
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Welk doel heeft de leraar in de trailer Die Welle/ The Wave?
Slide 21 - Open vraag
H. 19 Overtuigen (blz. 102)
Je leert op welke manieren je invloed kunt uitoefenen, wat een betoog is en uit welke elementen het bestaat.
Wanneer heb jij voor het laatst iemand ergens van proberen te overtuigen? Hoe deed je dat? Lukte het?