Fase 2, periode 3, les 6 luisteren: belangrijke info en intensief

Fase 2
luisteren: 
belangrijke informatie
intensief luisteren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
luisteren: 
belangrijke informatie
intensief luisteren

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Korte uitleg belangrijke informatie en intensief luisteren
  • Filmfragment met vragen
  • Zelf aan de slag in StartTaal 

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke informatie
Let op signaalwoorden, zoals:
  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • maar, echter, hoewel, ondanks
  • bijvoorbeeld, stel je voor, denk aan
  • kortom, want, omdat
  • samenvattend, concluderend

Slide 3 - Tekstslide

Intensief luisteren
  • Van begin tot einde kijken;
  • Intensief luisteren is ook intensief kijken naar de beelden;



Slide 4 - Tekstslide

Filmfragment
  • Lees de vragen eerst door, zodat je weet waarop je moet letten; 
  • Kijk mee naar het fragment en vul tussendoor al wat vragen in;
  • Het fragment wordt 2x getoond (duur = 2x3 min.);
  • Vul de ontbrekende vragen in;
  • Doe mee met de LessonUp om je antwoorden te checken. 



Slide 5 - Tekstslide

Filmfragment
StartTaal | 3F | Luisteren | Opbouwopdrachten | Belangrijke informatie | oefening 2 (Lachgas)

(voor de docent)

Slide 6 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van het fragment?
A
Mogelijke klachten van lachgas.
B
Lachgas en de positieve effecten.
C
Het gebruik van lachgas onder jongeren.

Slide 7 - Quizvraag

2. Welke aanwijzing maakt duidelijk wat het onderwerp van het fragment is?
A
De vooraankondiging van RTL-nieuws
B
De tekst 'Klachten .. lachgas' groot in beeld.
C
Er worden direct een aantal klachten door de arts genoemd.
D
De filmbeelden van de ballon die opgeblazen wordt.

Slide 8 - Quizvraag

3. Hoe benadrukt revalidatiearts Wendy Achterberg dat lachgas de oorzaak is van alle klachten die ze opnoemt?
A
Ze geeft nog meer voorbeelden.
B
Ze herhaalt het woord 'allemaal'.
C
Ze herhaalt de klachten.
D
Ze knikt ter bevestiging.

Slide 9 - Quizvraag

4. Neuroloog Anne Bruijnes zegt dat de helft van de 100 patiënten die lachgas heeft gebruikt, klachten heeft die kunnen passen bij een dwarslaesie. Hoe wordt in beeld duidelijk gemaakt dat dit belangrijke informatie?
A
Er verschijnen getallen in beeld.
B
Je ziet een animatie naast de neuroloog.
C
Er worden beelden weergegeven van voorbeelden.

Slide 10 - Quizvraag

5. De voice-over zegt dat lachgasgebruik de hersenen aantast. Hoe komt lachgas na inhalatie in de hersenen terecht?
A
Via de lymfeklieren, die door het hele lijf lopen, dus ook naar de hersenen.
B
Doordat je er een kick van krijgt, komt het ook in je hersenen.
C
Via de longen wordt het opgenomen in het bloed, dat naar de hersenen stroomt.
D
Na het inhaleren van minstens 100 ballonnen op een avond, tast het de hersenen aan.

Slide 11 - Quizvraag

6. Hoe wordt in beeld duidelijk gemaakt dat overmatig lachgasgebruik een tekort aan vitamine B12 veroorzaakt?
A
Lachgas capsules in beeld en de ballon van B12 vervaagt en wordt doorgestreept.
B
Lachgas capsules in beeld en B12 wordt vergroot en schuift weg.
C
Lachgas capsules in beeld met getallen erbij, de ballon van B12 vervaagt en verdwijnt.
D
Lachgas capsules en een ballon met B12 verschijnen en verdwijnen.

Slide 12 - Quizvraag

7. Hoe wordt duidelijk gemaakt dat lachgas ook direct vervelende bijwerkingen kan hebben?
A
De voice-over noemt de bijwerken en je ziet voorbeelden hiervan.
B
De voice-over noemt de bijwerkingen en ze verschijnen in woorden groot in beeld.
C
De neuroloog herhaalt de bijwerkingen en geeft voorbeelden.
D
De neuroloog laat zien op wat voor manier de bijwerken direct vervelend zijn.

Slide 13 - Quizvraag

8. Aan het einde van het fragment zegt neuroloog Anne Bruijnes dat er een verschil is tussen eenmalig een ballonnetje gebruiken en veel lachgas gebruiken. Hoe wordt duidelijk gemaakt dat dit belangrijke informatie is?
A
De neuroloog herhaalt deze informatie twee keer.
B
Er verschijnen getallen in beeld.
C
Er verschijnt een mannetje in beeld met 1 ballon, daarna zie je heel veel ballonnen.
D
Er worden beelden gegeven van mensen met ernstige bijwerkingen.

Slide 14 - Quizvraag

9. Welke boodschap staat centraal in dit fragment?
A
De ernstige gevolgen van het gebruik van lachgas.
B
De bijwerkingen van het gebruik van lachgas.
C
De oorzaak van een dwarslaesie.
D
Het gebruik van lachgas onder jongeren.

Slide 15 - Quizvraag

StartTaal les 6
Luisteren | Opbouwopdrachten | Belangrijke informatie
oefening 3

Slide 16 - Tekstslide