Les 2 paragraaf 1.1

wat is geen basis behoefte?

1. woning
2. kleding
3. mobiele telefoon
4. broodje kaas

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?

1. Goederen
2. Diensten
3. Geld
4. Alles wat je nodig hebt of graag wilt

je moet prioriteiten stellen omdat:

1. je weinig tijd en geld hebt
2. je niet altijd kan doen wat je leuk vindt
3. je alleen kan doen wat je leuk vindt

Prioriteiten stellen 

Proefwerk volgende week

Hoge prioriteit

Lage prioriteit

Voetbalschoenen kopen voor training vanmiddag

Praktische opdracht overmorgen af

Maakwerk voor volgende week

Maakwerk voor morgenochtend 

Werken

Wat is prioriteiten stellen?

1. De belangrijkste zaken boven aan je wensenlijst zetten
2. Wachten tot het morgen wordt
3. Al je geld opsparen voor later
4. Werken voor je geld

Begrippen

Budget

Het geld waarover je kunt beschikken.

Inkomen
Al het geld dat je als persoon of als gezin ontvangt. 

WAT IS EEN BUDGET?

1. geld wat je te besteden hebt
2. dat zijn onkosten
3. dat is een begroting
4. geld voor oliebollen

Om te weten wat je budget is, kijk je naar ...

1. inkomsten en verlangen
2. inkomsten en hobby's
3. uitgaven en hobby's
4. inkomsten en uitgaven

Begrippen

Goederen

Tastbare producten, voorwerpen die je kunt aanraken.

Diensten

Niet-tastbare producten. Iemand voorziet in jouw behoefte door iets voor jou te doen. 

Wat is geen dienst?

1. Knipbeurt bij de kapper
2. bioscoopbezoek
3. economie les
4. een pan soep voor je oma

Goederen zijn ...

1. niet-tastbare zaken
2. een gevoel van goed zijn
3. tastbare zaken

Wat zijn diensten

1. Dingen die je vast kunt pakken
2. spullen die je moet kopen
3. dingen die schaars zijn
4. iets dat je voor een ander doet of voor jou gedaan wordt

Begrippen

Reclame

Winkeliers en fabrikanten trekken je aandacht voor een bepaald product. 

Commerciële beïnvloeding
De invloed van winkeliers en fabrikanten op wat je koopt.

Sociale beïnvloeding
De invloed van andere mensen op wat je koopt. 

Is met deze afbeelding sprake van sociale of commerciële beïnvloeding?

1. sociale beïnvloeding
2. commerciële beïnvloeding

Commerciële beïnvloeding:

1. is beïnvloeding door reclame en verkopers op je koopgedrag.
2. is beïnvloeding door familie, vrienden en bekenden op je koopgedrag.

Procenten van een getal uitrekenen

Procenten berekenen met een formule

Je krijgt 20% korting op een nieuwe fiets. De fiets kost € 650. Hoeveel euro korting krijg je dan?

• Je neemt de 20 die deel je door 100 en dan keer € 650 =
  € 130 of
• Je neemt de € 650 die deel je door 100 en dan keer 20 =
  € 130 of 
• Je gebruikt een verhoudingstabel.

Je moet de korting berekenen.
Hoeveel is de korting?

1. € 8,24
2. € 12,74
3. € 46,71
4. € 39,95

Op een paar Adidas schoenen van € 79,- krijg je 20% korting. Hoeveel korting is dat?

1. € 19,75
2. € 20,00
3. € 15,80
4. € 7,90

Een nieuwe iPhone kost 700 euro. Mediamarkt viert een jubileumjaar en geeft 15% korting. Wat is de korting?

1. 105 euro
2. 75 euro
3. 595 euro
4. 15 euro

Aan de slag!

Neem voor je blz. 10 en maak paragraaf 1.1 zoals het staat in je studiewijzer.