Ogen, stem, houding, overtuigingskracht, geloof in je eigen verhaal
Slide 12 - Tekstslide
Aankleding
Humor, argumenten, stijlfiguren, voorbeelden en overtuigingskracht
Slide 13 - Tekstslide
Strategie
Opbouw, creativiteit en argumenten
Slide 14 - Tekstslide
Wonderpillen
Je bent dé topleerling van de school. Je haalt standaard negens en tienen. Je bent al toegelaten op de vervolgopleiding die je graag wil doen én je hebt een studiebeurs gekregen. Aan de andere leerlingen vertel je dat dit komt doordat je elke dag wonderpillen slikt. Zij worden erg nieuwsgierig naar deze pillen en je besluit ze voor 10 euro per stuk te verkopen. Omdat je stiekem geen wonderpillen hebt, maak je deze van muizenkeutels. Je verkoopt per ongeluk één van deze pillen aan de dochter van de directeur en zij laat deze ‘wonderpil’ aan haar vader zien. De volgende dag moet je op gesprek komen bij de directeur. Hij confronteert je met het verkopen van muizenkeutels en wil je van school sturen. Jij schiet enorm in de stress en kan dit niet laten gebeuren – dan gaat je toekomst eraan! Overtuig de directeur dat je het echt niet zo kwaad bedoelde en dat een muizenkeuteltje op z’n tijd helemaal geen kwaad kan: zorg dat je mag blijven!
Slide 15 - Tekstslide
Hoe pak je dit aan
Lees de tekst goed door en maak aantekeningen
Bedenk hoe je strategie is (eerlijk, humor, erom heen draaien, afleiden, een element benadrukken)