H7.1 basis van Halfreacties en redoxkoppels

REDOX REACTIES
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

REDOX REACTIES

Slide 1 - Tekstslide

deze les
- OX en RED herkennen
- redoxkoppels
- halfreactie geven van OX of RED

Slide 2 - Tekstslide

dit is een RED-OX reactie
Mg (s)              +              2 H+             --> Mg2+  + H
staat e- af               neemt e- op
       =                                     =
REDuctor                 OXidator
vorige les

Slide 3 - Tekstslide

elektronenoverdracht
Een reactie waarbij elektronen worden overgedragen van het ene deeltje naar het andere deeltje noem je een REDOXreactie

Je herkent een redoxreactie aan
 het veranderen van de lading van de deeltjes
(voorbeeldopracht 1 en huiswerk opgave 5)

Slide 4 - Tekstslide

verbranding
Bij verbrandingsreacties is de ladingsverandering niet altijd zo duidelijk te herkennen. Leer daarom het volgende:

Alle verbrandingsreacties zijn redoxreacties
De stof zuurstof (O2) is in deze reacties altijd de OXidator
NOTEER EN LEER

Slide 5 - Tekstslide

na afloop van deze les
- kun je aangeven welke deeltje OX of RED is
- kun je de halfreactie geven van een oxidator en reductor
- weet je wat een redoxkoppel is

Slide 6 - Tekstslide

een positief metaalion en H+
= een OXidator, want het ion:
- heeft minder elektronen
   dan protonen
- en kan dus elektronen
   opnemen


een metaalatoom en het molecuul H2 = een REDuctor, want het atoom:
- heeft evenveel elektronen als
   protonen
- kan elektronen afstaan om
   een positief geladen ion te
   worden



NOTEER EN LEER
uitzondering:
Fe2+ kan OX én RED zijn
OX: Fe2+ neemt 2e- op en wordt Fe
RED: Fe2+ staat 1e- af en wordt Fe3+ 

Slide 7 - Tekstslide

een negatief niet-metaalion is een REDuctor, want het ion:
- heeft meer elektronen
   dan protonen
- en kan dus elektronen
   afstaan


de moleculen
Cl2, F2, I2 en Br2
 en S en O2 zijn OXidator, want als ze e- opnemen ontstaan de negatief geladen niet-metaalionen



NOTEER EN LEER

Slide 8 - Tekstslide

Kun je het?
Leg m.b.v. de atoombouw/electronenconfiguratie  (hfst 1) uit waarom metalen altijd RED zijn
Leg m.b.v. de  atoombouw/electronenconfiguratie uit waarom halogenen altijd OX zijn

TIP: Waar staan de metalen in het Periodiek Systeem?
En de halogenen? 
  Wat was ook alweer edelgasconfiguratie?

Slide 9 - Tekstslide

halfreactie
halfreactie: Na --> Na+ + e-  

H4 - Zouten

Slide 10 - Tekstslide

halfreactie
halfreactie: Cl + e- --> Cl-  

H4 - Zouten

Slide 11 - Tekstslide

halfreactie

Slide 12 - Tekstslide

even oefenen (basis)
a. Geef de halfreactie van de omzetting van Ni in Ni2+


b. Geef de halfreactie van de omzetting van Fe3+ in Fe2+

Slide 13 - Tekstslide

redoxkoppels
Ni --> Ni2+ + 2e                             Fe3+ + e- --> Fe2+


De OX en RED in één halfreactie vormen een KOPPEL: 
een REDOXKOPPEL
uit de RED Ni ontstaat altijd de OX Ni2+
uit de OX Fe3+ ontstaat altijd de RED Fe2+

Slide 14 - Tekstslide

Geef in deze redoxreactie aan welk deeltje de oxidator en welk deeltje de reductor is.
TIP: hoe verplaatsen de elektronen?
2Cl(aq)+Zn2+(aq)>Cl2(aq)+Zn(s)
(thuis verder oefenen: huiswerk opgave 6)
Oxidator
Reductor

Slide 15 - Sleepvraag

een positief ion
check atoombouw
A
heeft meer protonen dan elektronen
B
heeft minder protonen dan elektronen
C
heeft meer elektronen dan protonen
D
heeft minder elektronen dan protonen

Slide 16 - Quizvraag

welke ionlading hoort bij de bovenstaande deeltjes?
lading 1+
lading 2+
lading 3+
lading  1-
lading 2-
Cu
Na
Zn
K
S
F
Cl
Mg
Al
O

Slide 17 - Sleepvraag

Zijn deze deeltjes oxidator, reductor of beide? 
sleep de deeltjes naar het juiste blok.
timer
3:00
(thuis oefenen: huiswerk opgave 3 en 4)
Oxidator

Oxidator & Reductor
Reductor

Ba
Al3+
Se
Br-
H+
Fe2+
Cu+
Zn

Slide 18 - Sleepvraag

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
timer
3:00
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
CH4 + 2O2 --> CO2 + 2H2O
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag

Slide 19 - Sleepvraag

een negatief ion
check atoombouw
A
heeft meer protonen dan elektronen
B
heeft minder protonen dan elektronen
C
heeft meer elektronen dan protonen
D
heeft minder elektronen dan protonen

Slide 20 - Quizvraag

een ongeladen atoom
check atoombouw
A
heeft evenveel protonen als neutronen
B
heeft evenveel protonen als elektronen
C
heeft evenveel neutronen als elektronen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe goed kun jij redoxreacties herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll