Basisstof 2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Goededag

Doelen

Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten.

Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten.

Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien.

Beeldvorming

Beeld komt verkleind en omgekeerd op je netvlies.

Hoe wordt dit aangepast?

Accommoderen

De vorm van de ooglens veranderd met behulp van de lensbandjes en kringspieren

Lens platter (ver af) of boller (dichtbij) maken

accomodatiespieren; de kringspieren in de staalvormige lichamen

Positieve lenzen buigen lichtstralen naar elkaar toe, convergeren.

Negatieve lenzen; spreiden lichtstralen, divergeren

Brandpunt

Bijziend; oogbol te lang of de lichtstralen door het hoonvlies en/of lens te sterk afgebogen. 

verziend; oogbol te kort of de slichtstralen door het hoornvlies en/of de lens niet voldoende afgebogen.

Wat nodig 

om te corrigeren?

Pupilreflex

kringspieren en 

straalsgewijs lopende spieren

Maak opdracht 20, 21 en 22

Eerder klaar? Ga verder met de opdrachten van basisstof 2

Het 

Netvlies

Staafjes en Kegeltjes

Staafjes; lichtreceptoren verspreid over het hele netvlies, nauwelijks in de gele vlek. Contrasten waarnemen in zwart-grijs-wit. Lage prikkeldrempel

Kegeltjes; hogere prikkeldrempel. Kleuren en details waarnemen.

drie type kegeltjes elk gevoelig voor een ander kleur licht.

Vooral in de gele vlek en daar direct omheen

Zelfstandig werken

Maak opdracht 11, 12, 14, 15, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 27 en 29.

Als je nu begint, minder tijd nodig in het weekend :)