Staafjes: over hele netvlies (niet gele vlek), lage prikkeldrempel = contrasten waarnemen -> onscherper
Kegeltjes: hogere drempelwaarde, rood/groen/blauw, vooral in gele vlek = kleuren en details waarnemen -> scherp
Slide 14 - Tekstslide
Donkeradaptatie en nachtblindheid
De staafjes zijn veel gevoeliger voor licht dan de kegeltjes,
oftewel: de staafjes hebben een lagere drempelprikkel dan de kegeltjes
want; 1 vs. 10^3 microlux
Slide 15 - Tekstslide
Stereoscopie (diepte zien) - Binas tabel 87C4
Optisch chiasma
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen behaald??
Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten.
Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten.
Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien.
Slide 17 - Tekstslide
Het huiswerk
Bestudeer blz. 86 t/m 98.
Maken + nakijken opdr. 11 t/m 29.
Slide 18 - Tekstslide
Wat zijn de functies van: - Harde oogvlies - Traanklieren - Oogspieren - Hoornvlies - Iris - Pupil - Glasachtig lichaam - Vaatvlies - Netvlies - Gele vlek - Blinde vlek - Voorste oogkamer - Achterste oogkamer
Slide 19 - Open vraag
Accomoderen is het creëren van een scherp beeld op het netvlies door het veranderen van de vorm van de ooglens. Als iemand veraf wilt kijken, zijn de kringspieren in het straalvormig lichaam en de lensbandjes dan ontspannen of gespannen? En als iemand van dichtbij wilt kijken?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het effect van een positieve en negatieve lens op de lichtbreking? En hoe worden deze processen genoemd?
Slide 21 - Open vraag
Wat is er aan de hand als iemand bijziend of verziend is? Welke correctie passen opticiens vervolgens toe?
Slide 22 - Open vraag
Welke functie heeft de pupilreflex? En welke twee spieren zijn hierbij betrokken?
Slide 23 - Open vraag
Benoem enkele kenmerken van - staafjes - kegeltjes