Nakijken Lezen 3 - Broodje Allergie

Nakijken Lezen 3 - Broodje Allergie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Nakijken Lezen 3 - Broodje Allergie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Allergische reacties
B
broodje allergie
C
ongezond eten
D
voedselallergie

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee zinnen van alinea 1 maken de lezer nieuwsgierig om verder te lezen? Neem de hele zin over.

Slide 3 - Open vraag

Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst in alinea 1 ingeleid?
A
door een deskundige aan het woord te laten
B
met een samenvatting vooraf
C
met een vraag die voor de tekst belangrijk is
D
met enkele uitspraken over het onderwerp van de tekst

Slide 4 - Quizvraag

Wat was voor de schrijver de aanleiding om deze tekst te schrijven?

Slide 5 - Open vraag

In welke zin staat de hoofdzaak van alinea 4?
A
Zelfs door het kleinste spoortje pinda kan Boonstra in het ziekenhuis belanden.
B
‘Als er nootjes op tafel staan of als ik alleen de geur van pinda of pindasaus binnen krijg, dan zwellen mijn lippen op en dan krijg ik het benauwd.’
C
Meer dan eens hebben nootjes Boonstra in het ziekenhuis doen belanden.
D
Het probleem is dat delen van noten en pinda’s in totaal onverwachte producten op kunnen duiken.

Slide 6 - Quizvraag

Welk tussenkopje past het best boven alinea 4 tot en met 6 samen?
A
allergische reacties bij Djoeke Boonstra
B
allergische reacties door pindasporen
C
allergische reacties laten bloeddruk dalen
D
allergische reacties levensbedreigend

Slide 7 - Quizvraag



Waarom is het belangrijk om een goed werkend immuunsysteem te hebben?

Slide 8 - Open vraag



Citeer uit het tekstgedeelte alinea 7 en 8 de zin die het best duidelijk maakt wat de oorzaak is van een voedselallergie.

Slide 9 - Open vraag

Welke twee verklaringen geeft de tekst voor het feit dat steeds meer mensen te maken krijgen met een voedselallergie?

Slide 10 - Open vraag

Welke uitspraak is volgens de tekst niet waar?
A
Voedselallergie betekent dat je immuunsysteem in de war is.
B
Voedselallergie komt steeds meer voor.
C
Voedselallergie is een aanval van het lichaam op vermoedelijk schadelijke indringers.
D
Voedselallergie wordt altijd veroorzaakt door omgevingsfactoren.

Slide 11 - Quizvraag



Welke zin geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Voedselallergie is een gevaarlijke vergissing van het immuunsysteem, want het herkent onschadelijke voedingsmiddelen als schadelijk voor de gezondheid.
B
Voedselallergie wordt veroorzaakt door het immuunsysteem dat zich vergist, omdat het voedingsmiddelen ziet als gevaarlijk.
C
Voedselallergie wordt veroorzaakt door het immuunsysteem dat zich vergist, omdat het lichaamsvreemde indringers accepteert.
D
Voedselallergie wordt veroorzaakt door het immuunsysteem dat zich vergist, omdat het onschadelijke voedingsmiddelen ziet als gevaarlijk.

Slide 12 - Quizvraag