IPC Nederland Waterland Aardrijkskunde

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Nederland Waterland
Aardrijkskunde

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
3.01 Ik kan de juiste geografische termen gebruiken om een omgeving te beschrijven en interpreteren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel:
Wat is een leerdoel? 
Waarom maken we een leerdoel?
Wat wil jij leren bij dit leerdoel? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat houdt dit leerdoel in?

Wat kun je hier leren denk je?
Ik kan de juiste geografische termen gebruiken om een omgeving te beschrijven en interpreteren. Begin je antwoord met ik hoop dat ik aan het einde van dit thema weet ...........

Slide 5 - Open vraag

N.A.P.

  • Wat betekent N.A.P.?
  • Waarom heet het N.A.P?
  • Wat heeft Amsterdam er mee te maken?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat betekent N.A.P?
Waarom heet het zo?
Wat heeft Amsterdam hier mee te maken?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Link

Verwerkingsactiviteit
De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.


• Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt.
• Kleur de duinen.
• Teken de Hondsbossche en Pettemer Zeewering.
• Kleur de Afsluitdijk.
• Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart.
• Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet.
• Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Schermer, Wormer, Purmer en Lauwerszeepolder. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen.

Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Verwerkingsactiviteit
De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.


Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt. 
  • Kleur de duinen. 
  • Teken de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. 
  • Kleur de Afsluitdijk. 
  • Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart. 
  • Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet. 
  • Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Schermer, Wormer, Purmer en Lauwerszeepolder. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen. 

Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Slide 10 - Tekstslide