4.2 Een bijzondere bestuursvorm

Welkom
Programma:
- Welkom
- Huiswerk
- Vorige les
- Hoofstuk 4
- Leerdoelen
- 4.2 Een bijzondere bestuursvorm
- Opdrachten
- Afsluiting

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Welkom
- Huiswerk
- Vorige les
- Hoofstuk 4
- Leerdoelen
- 4.2 Een bijzondere bestuursvorm
- Opdrachten
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
De Nederlandse oorlog.
B
De 80 jarige oorlog.
C
De grote oorlog.
D
De Spaans-Nederlandse oorlog.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Centralisatie
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste gevolg van de Nederlandse opstand?
A
Nederland werd een onafhankelijk land met een eigen bestuur.
B
Willem van Oranje werd de vader des vaderlands.
C
Nederland kreeg na afloop zijn eerste grondwet.
D
Nederland leerde dat ze moesten luisteren naar hun koning.

Slide 5 - Quizvraag

Gebeurtenissen tijdens de Nederlandse Opstand.
1.Beeldenstorm
2.Plakkaat van Verlating
3.Verovering van den Briel
4.Moord op Willem van Oranje
Wat is de goede volgorde?
A
1-2-3-4
B
1-3-2-4
C
4-1-2-3
D
4-3-1-2

Slide 6 - Quizvraag

Met welk document maakten de Nederlanden zich los van de Spaanse Landsheer
A
Pacificatie van Gent
B
Unie van Atrecht
C
Acte van Verlatinghe
D
Apologie van Willem van Oranje

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heette de leider van de Opstand, die in 1584 werd vermoord.
A
Frederik - Hendrik van Oranje
B
Maurits van Oranje
C
Willem van Oranje
D
Filips II

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de naam van de moordenaar van Willem van Oranje?
A
De katholiek Baltazar Gerards
B
De protestant Baltazar Gerards
C
De katholiek Vincent van Gogh
D
De protestants Vincent van Gogh

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kun je:

- uitleggen waar de soevereiniteit lag in het bestuur van de Republiek;
- beargumenteren dat het bestuur van de Republiek in die tijd bijzonder was;
de taken van raadpensionaris en stadhouder noemen;
- uitleggen dat er in de Republiek verschillend gedacht werd over de positie van raadpensionaris en stadhouder.

Kenmerkend aspect
24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

In de Nederlanden was géén vorst,
(itt de situatie in het buitenland)
maar lag het bestuur in handen van de rijke burgers (Holland/Zeeland)

Slide 12 - Tekstslide

Theorie
In 1588 besloot de Staten-Generaal geen nieuwe landsheer te zoeken. De zeven noordelijke gewesten gingen zichzelf besturen: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 

Vrij opmerkelijk, want overal in Europa was een vorst aan de macht. De Republiek werd bestuurd door regenten: bestuurders van de Republiek, komend uit rijke handelsfamilies. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn regenten?
A
Edelen en geestelijken
B
Burgers met politieke macht
C
Ambtenaren
D
Koningen en keizers

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Theorie
  • De macht in de Republiek was verdeeld onder: 

  • Gewestelijke Staten: Elk gewest bepaalde eigen rechtspraak, regels en belasting. 

  • Staten-Generaal: Buitenlandpolitiek en verdediging van het land. 

  • Zo overheerste het Particularisme: elk gewest kon eigen regels en wetten maken. 

Slide 16 - Tekstslide

Theorie
In de Republiek hadden twee functionarissen veel macht: de stadhouder en de raadspensionaris: hoge ambtenaar van het gewest Holland en voorzitter Staten-Generaal. 


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Theorie
De Republiek was nog steeds in oorlog met Spanje. Deze duurde inmiddels al tientallen jaren. Mensen binnen de Republiek raakten verdeeld in twee groepen over hoe nu verder: 

  • Oranjegezinden: Onder leiding van stadhouder Maurits oorlog voortzetten. 
  • Staatsgezinden: Onder leiding van Johan van Oldenbarnevelt de oorlog stoppen. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de raadspensionaris (of landsadvocaat)
A
Dat was de legerleider van de Republiek
B
Een adviseur van de stadhouder
C
Hoogste regent van Holland en soort minister-president van de Republiek
D
Een soort minister van financiën van de Republiek

Slide 21 - Quizvraag

Theorie
De belangrijke stadhouder - en leider van het leger en de vloot en zoon van Willem van Oranje - Maurits van Oranje Nassau had het niet zo met Johan Van Oldenbarnevelt. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat was de taak van de stadhouder?
A
Hij was opperbevelhebber van leger en vloot
B
Hij was de hoogste regent van het gewest Holland
C
Hij was burgemeester van Amsterdam
D
Was een soort minister-president van de Republiek

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit dat de Stadhouder zich als vorst gedroeg, maar toch minder macht had dan een vorst.

Slide 24 - Open vraag

Theorie
Uiteindelijk kwamen de Republiek en Spanje overeen tot een wapenstilstand. Het Twaalfjarige Bestand: Vrede tussen de Republiek en Spanje (1609-1621). 

  • Maar in deze twaalf jaar brak er onrust in de Republiek uit tussen gematigde en de orthodoxe protestanten. 

  • Stadhouder Maurits en Van Oldenbarnevelt kozen beiden partij

Slide 25 - Tekstslide

Theorie
Maurits wilde iedereen laten zien wie de baas was in de Republiek en liet daarom Johan Van Oldenbarnevelt oppakken en berechten. 

Deze werd vermoord op het Binnenhof in Den Haag wegens landverraad. 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Theorie
Vrede tussen de Republiek en Spanje kwam er uiteindelijk in 1648 met de Vrede van Munster. Hier werden door alle Europese staten de Republiek als soevereine staat gezien. 

Opschrijven: 
Met de Vrede van Munster (1648) eindigt de oorlog met Spanje en wordt de Republiek erkend als soeverein: onafhankelijk en bepaalt zelf de regels en wetten.  

Slide 29 - Tekstslide

Wat houdt het begrip particularisme in?
A
Alle macht in punt
B
Gewesten houden zelf de macht in handen
C
Dat rijke kooplieden de macht hebben
D
Nederland werd een republiek.

Slide 30 - Quizvraag

Sleep de personen naar de juiste omschrijving
Deze persoon was de stadhouder van De Nederlanden

>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon was de eerste koning van het Duitse keizerrijk
>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon geloofde dat de kerk boven de koning stond.
>>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon werd gestuurd door de koning om protestanten te straffen >>>>>>>>>
Deze persoon had als missie de hele wereld katholiek te maken
>>>>>>>>>
Deze persoon wilde de katholieke kerk veranderen  >>>>>>>>>
Filips II
Karel V
Willem v. Oranje
Hertog van Alva
Maarten Luther
Johannes Calvijn

Slide 31 - Sleepvraag

Steden en Staten 
Ontdekkers en Hervormers
Regenten en Vorsten
Sleep kenmerkende aspecten naar het juiste tijdvak.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in Europa tot gevolg had.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe heet een koning die alleen alle macht heeft?
A
Monarch
B
Vorst
C
Absoluut vorst
D
Dictator

Slide 33 - Quizvraag

Je kunt de bestuursvorm van de Republiek het best omschrijven als:
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Democratie
D
Oligarchie

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Welke leider was altijd van de familie van Oranje- Nassau?
A
Raadspensionaris
B
Stadhouder
C
Gewestelijke Staten
D
Staten- Generaal

Slide 36 - Quizvraag

Welk stukje van het KA past het beste bij deze paragraaf?
A
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht
B
De bloei in economisch opzicht
C
De bloei in cultureel opzicht
D
De Nederlandse Republiek

Slide 37 - Quizvraag

In 1618-1619 vond een vergadering plaats in Dordrecht om een eind te maken aan onenigheid binnen de calvinistische kerk in de Republiek. De vergaderstukken werden bewaard in een speciaal daarvoor gemaakte kist. De kist had acht sloten: één voor de Staten-Generaal en één voor elk van de zeven gewesten. Alleen als iedereen een vertegenwoordiger met een sleutel stuurde, kon de kist worden geopend.
Leg uit dat deze bijzondere wijze van bewaren van de vergaderstukken paste bij de staatsinrichting van de Republiek. 2p

Slide 38 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4.2
Opdracht: Alle opdrachten behalve de casus en historisch denken
Hoe? In stilte!
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen 4.2 

Slide 39 - Tekstslide