Oefenen H3.3 De markt op!

De zuivelmarkt is
A
een abstracte markt
B
een concrete markt
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De zuivelmarkt is
A
een abstracte markt
B
een concrete markt

Slide 1 - Quizvraag

De prijs van appels is gestegen, hierdoor
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
worden er meer peren verkocht
B
bakken we extra appeltaart
C
worden er meer appels verkocht
D
worden er minder appels verkocht

Slide 2 - Quizvraag

Op de markt ontstaat een tekort als ....(a).... stijgt of ....(b)..... daalt
A
a) het aanbod b) de vraag
B
a) de vraag b) het aanbod

Slide 3 - Quizvraag

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 4 - Quizvraag

Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?

Waarom heeft de aanbodlijn een stijgend verloop?


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldsom
  • Er is een groot feest op De Wesenthorst, hierdoor is de vraag naar bekers groter.                                           →  Wat gebeurt er met de prijs?
  • Is het interessant om óók bekers te gaan verkopen?
  • Er is een nieuwe aanbieder van bekers op de markt gekomen.                                                                               → Wat gebeurt er met de prijs?

    Slide 7 - Tekstslide

    les 2

    Slide 8 - Tekstslide

    Hoe hoger de prijs, hoe
    (meerdere antwoorden mogelijk)
    A
    lager de vraag
    B
    hoger de vraag
    C
    lager het aanbod
    D
    groter het aanbod

    Slide 9 - Quizvraag

    Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
    A
    Blijft de prijs ook gelijk
    B
    Stijgt de prijs
    C
    Daalt de prijs

    Slide 10 - Quizvraag

    Dit is een grafiek van ...
    A
    de vraag
    B
    het aanbod

    Slide 11 - Quizvraag

    Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
    A
    Hoe hoger de prijs, hoe meer er gevraagd wordt
    B
    Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
    C
    Omdat de aanbodlijn stijgt
    D
    Omdat er altijd sprake is van evenwicht

    Slide 12 - Quizvraag

    Hoe kan de overheid de markt beïnvloeden?

    Slide 13 - Open vraag