week 3 les 1+2 werkwoorden vervoegen, vragen en antw. koekjes 2

Nederlands
Week 3 les 1 + 2: Koekjes 2 2021
MP 3
      Juf Marjolein

Please go to www.lessonup.com
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Alfabetisering NT2BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Week 3 les 1 + 2: Koekjes 2 2021
MP 3
      Juf Marjolein

Please go to www.lessonup.com

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leren we vandaag?

Vragen en antwoord geven.
Het gaat goed/ prima/ uitstekend/ etc.

Werkwoorden vervoegen: geven, logeren, roepen, zeggen

Vertellen over je familie: 
Mijn moeder heet..... Mijn broer is...... jaar



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lezen koekjes 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Werken uit het werkboek (10 minuten)
Opdr. 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Slide 6 - Tekstslide

Hier hebben de kinderen 2 lessen de tijd voor.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een kleine stukje over je familie. Je kunt de volgende woorden gebruiken:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moeder
vader
gezin
ouders
zoon
dochter
neef 
nicht
zus 
broer
grootouders
opa
oma
kleinkind
oom
tante

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzinnen:
Ik ben....
Mijn moeder heet...
Mijn broer is....
Mijn oma is ...... jaar oud.
Ik heb...... zussen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees jouw geschreven stukje voor aan een klasgenoot.

Slide 11 - Tekstslide

Kinderen kunnen door de klas lopen en hun geschreven stukjes aan elkaar voorlezen.
Werkwoorden vervoegen:
geven
logeren
roepen
zeggen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken uit het werkboek (10 minuten)
Opdr. 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Slide 14 - Tekstslide

Hier hebben de kinderen 2 lessen de tijd voor.

Slide 15 - Tekstslide

 anleerlingen in tweetallen.

A: "Hoe gaat het met je?"
B: antwoord met het woord op het rad, bijvoorbeeld: "met mij gaat het heel goed, dank je" 
"Hoe gaat het met jou?"
A: antwoord met het woord op het rad, bijvoorbeeld: "met mij gaat het uitstekend."
Woorden "familie" flitsen

Slide 16 - Tekstslide

Leerkracht houdt een plaat omhoog van het LOWAN Startpakket "familie".
Leerlingen schrijven het woord op dat erbij hoort.
Dus bij plaat van moeder, schrijven ze moeder op.
Leerkracht vertelt wat het woord is en leerlingen kijken het zelf na.