lezen H2
1 / 15
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Slapen in de McDonalds
B
McDonalds
C
McRefugees
D
Daklozen in de McDonalds
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de bron van dit bericht?
Slide 4 - Open vraag
Kunnen we zeggen dat de bron betrouwbaar is?
Slide 5 - Open vraag
Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?
A
voor lezers van de NOS-site
B
voor maatschappelijk werkers
C
voor McDonalds-liefhebbers
D
voor McRefugees
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid?
A
Door een aantal voorbeelden bij het onderwerp te noemen
B
Door een persoonlijk verhaal bij het onderwerp te noemen
C
Door meteen het onderwerp van de tekst te noemen
D
Door van tevoren een korte samenvatting te geven.
Slide 8 - Quizvraag
Welke stellingen over refugees kloppen?
a. ze hebben conflicten b ze hebben geen eigen huis c ze slapen in McDonalds d ze zijn arm
a. ze hebben conflicten b ze hebben geen eigen huis c ze slapen in McDonalds d ze zijn arm
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Van welk verband is er vooral sprake in alinea 1?
A
algemene uitspraak-voorbeeld
B
doel-middel
C
toelichting
D
voorwaarde
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de functie van alinea 3 t.o.v. alinea 2?
A
alinea 3 noemt een gevolg bij alinea 2
B
alinea 3 noemt een middel bij alinea 2
C
alinea 3 vormt een opsomming met alinea 2
D
alinea 3 vormt een tegenstelling bij alinea 2
Slide 13 - Quizvraag
Voor welk verband is 'Daarom' (alinea 3) een signaalwoord?
A
conclusie
B
doel-middel
C
oorzaak-gevolg
D
reden
