Woordenschat H1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma

1) De stof voor de komende weken 
2) Theorie Woordenschat H1
3) Bekijken opdracht 2: al gemaakt bij Lezen H1
4) Opdracht met LessonUp
5) Maken opdracht 3 en 4

Slide 2 - Tekstslide

Lesstof voor de komende weken:
Woordenschat H1 en H2 + Formuleren H2 en H4
en we starten met werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb gisteren een mooie documentaire gezien en het was een zeer indrukwekkende documentaire. De documentaire ging over archeologische vondsten.
Wat valt je op aan dit korte tekstje?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een synoniem?

Slide 5 - Open vraag

Woordraadstrategieën
Als je de betekenis van een woord in de tekst niet weet, dan kun je verschillende strategieën gebruiken om achter de betekenis te komen.
De eerste strategie is: Zoek een synoniem! Schrijver gebruiken vaak synoniemen als ze ergens over schrijven, want zoals je in het vorige tekstje hebt gezien, is het niet prettig om steeds dezelfde woorden te lezen.

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld
Ik heb gisteren een mooie documentaire gezien en die was  zeer indrukwekkend. Dit filmverslag ging over archeologische vondsten.

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken opdracht 2
Deze opdracht op blz. 24-25 heb je al eerder dit jaar gemaakt. Als het goed is, staan de antwoorden al in je schrift.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1
Sleep de synoniemen op elkaar (sleep van links naar rechts).

Slide 9 - Tekstslide

ruzie
overheersen
souvenir
vriendschappelijk
visite
aandenken
amicaal
bonje
domineren
bezoek

Slide 10 - Sleepvraag

kwaadspreken
eerlijk
gezellig
voordelig
precies
gunstig
knus
nauwgezet
oprecht
roddelen

Slide 11 - Sleepvraag

Klassikaal lezen 
We lezen tekst 2 van opdracht 4 en maken de opdracht klassikaal.

Slide 12 - Tekstslide

1) Wat is de betekenis van 'bejegenen'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 13 - Open vraag

2) Wat is de betekenis van 'analyseerde'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 14 - Open vraag

3) Wat is de betekenis van 'duo's'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 15 - Open vraag

4) Wat is de betekenis van 'verbroedert'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 16 - Open vraag

5) Wat is de betekenis van 'experimenten'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 17 - Open vraag

6) Wat is de betekenis van 'sympathieker'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 18 - Open vraag

7) Wat is de betekenis van 'relaties'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 19 - Open vraag

8) Wat is de betekenis van 'beleid'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 20 - Open vraag

9) Wat is de betekenis van 'bevreesd'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 21 - Open vraag

10) Wat is de betekenis van 'insteek'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 22 - Open vraag

Maken

Maken opdracht 3 en 6 blz. 25-27. Dit is huiswerk.
Maak alle opdrachten in je schrift, want deze woorden moet je gaan leren voor een toets. 
Zorg ook dat de antwoorden van opdracht  1, 2 en 4 goed in je schrift staan.
Let op: sla opdracht 5 nog even over!

Slide 23 - Tekstslide