Afronden H4 Formuleren en herhalen toetsstof

Programma
1) Bespreken huiswerk en herhalen theorie H4 Formuleren
3) Herhalen toetsstof
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
1) Bespreken huiswerk en herhalen theorie H4 Formuleren
3) Herhalen toetsstof

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 4

  • 1 Dat artikel over inbraken vind ik interessant, maar dit hier over economie niet.
  • 2 Wil het leger extra geld, omdat het steeds vaker vredesmissies moet uitvoeren?
  • 3 Met haar vriendinnen deelt Esther veel van haar geheimen, maar toch kan ze/zij niet alles aan hen/ze vertellen.
  • 4 Werkgevers mogen hun personeel niet zonder goede reden ontslaan.
  • 5 Toen meneer De Hoogh op vakantie zijn buren tegenkwam, is hij meteen met hen/ze uit eten gegaan.
  • 6 De politie zoekt naar een crimineel die uit de gevangenis ontsnapt is.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 
Woordenschat H1 en H2 + Formuleren H2 en H4

Slide 3 - Tekstslide

ruzie
overheersen
souvenir
vriendschappelijk
visite
aandenken
amicaal
bonje
domineren
bezoek

Slide 4 - Sleepvraag

kwaadspreken
eerlijk
gezellig
voordelig
precies
gunstig
knus
nauwgezet
oprecht
roddelen

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'bejegenen'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 6 - Open vraag

Wat is de betekenis van 'analyseerde'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 7 - Open vraag

Wat is de betekenis van 'insteek'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Slide 8 - Open vraag

blauw
wal
nimmer
rad
kant noch ...
nooit ofte ...
bont en ...
voor galg en ...

Slide 9 - Sleepvraag

kruiken
geweten
vlam
in kannen en ...
in vuur en ...
naar eer en ...
pais en vree ...

Slide 10 - Sleepvraag

Welk woord zie je
uitgebeeld
met de foto?
A
amusant
B
animo
C
auditie
D
artistiek

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord zie je
uitgebeeld
met de foto?
A
afgunst
B
amusant
C
animo
D
auditie

Slide 12 - Quizvraag


toenmalige =

A
nog steeds
B
in die tijd
C
oudere
D
in de jeugd

Slide 13 - Quizvraag


doubleerde =

A
groeide op
B
voetbalde
C
bleef zitten
D
verliet

Slide 14 - Quizvraag


capaciteiten
A
bekwaamheden
B
rugnummers
C
twijfels
D
optredens

Slide 15 - Quizvraag


markante =
A
onnavolgbare
B
unieke
C
opmerkelijke
D
correcte

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden hebben in het Nederlands (net als in het Frans) een woordgeslacht. Hoeveel woordgeslachten hebben wij in het Nederlands?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Het-woorden zijn altijd:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
?

Slide 18 - Quizvraag

De-woorden zijn
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
Mannelijk of vrouwelijk, maar dat moet je meestal in het woordenboek opzoeken.

Slide 19 - Quizvraag

Vul het juiste verwijswoord in:

Deze appel is lekker, maar ... daar smaakt zuur.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 20 - Quizvraag

Vul het juiste verwijswoord in.

Het bericht ... ik zojuist las, is niet waar.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 21 - Quizvraag

Vul het juiste verwijswoord in.

Ik kreeg een armband ... ik ontzettend mooi vond.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 22 - Quizvraag

Heeft de bibliotheek (v) al ... leden een brief gestuurd?
A
haar
B
zijn

Slide 23 - Quizvraag

Het waterschap vergadert vanavond, omdat ... een belangrijke beslissing moet nemen.
A
hij
B
ze
C
het

Slide 24 - Quizvraag

Ik heb de dienst (m) ingeschakeld, omdat ... deze klus goed kan uitvoeren.
A
hij
B
ze
C
het

Slide 25 - Quizvraag

De familieleden hebben ... cadeautjes tijdens het kerstdiner uitgepakt.
A
hen
B
hun

Slide 26 - Quizvraag

Het bureau heeft de zaak onderzocht en .. bevestigt nu dat er vals is gespeeld.
A
hij
B
ze
C
het

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
Leer de toetstof voor de volgende les (maandag). Die dag krijg je een oefentoets! Je gaat die maken zoals ook de echte toets op donderdag wordt gegeven.

Slide 28 - Tekstslide