voorbereiding toets politiek

maatschappelijk probleem?
kenmerken
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

maatschappelijk probleem?
kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

machtsmiddelen zijn:
geld,
functie of beroep
vaardigheden
charisma
macht van het getal

Slide 2 - Tekstslide

wat is een rechtstaat(kenmerken)
  • grondwet (belangrijkste rechten en plichten)
  • grondrechten (o.a. vrijheid van vergaderen, godsdienst, privacy en persvrijheid)
gelijke behandeling( art 1 van de grondwet)
  • overheid moet zich aan de wet houden(rechtsbescherming)
  • onafhankelijke rechterlijke macht
  • is een democratie

Slide 3 - Tekstslide

parlementaire democratie
  1. vrije en geheime verkiezingen
  2. algemeen kiesrecht
  3. politieke macht bij het parlement
  4. besluiten zijn democratisch
  5. Grondwet
  6. Scheiding der machten 

Slide 4 - Tekstslide

dictatuur
wanneer is het een dictatuur?

Slide 5 - Tekstslide

kiesrecht
actief kiesrecht
passief kiesrecht

Slide 6 - Tekstslide

rol/functie van de politieke partijen
weet wat de rollen zijn!!
informatieve functie
vertegenwoordigen
leveren ministers en burgemeesters
beinvloeden mensen in de politiek

Slide 7 - Tekstslide

soorten partijen
progresief en conservatief
rechts links of het midden
stromingen

Slide 8 - Tekstslide

stromingen
wat wil een:
Liberaal en een socialist
sociaal democratie
christen democratie
rechts extremisme
populisme en ecologische stroming

Slide 9 - Tekstslide

kabinetsformatie
verkiezingen
informateur ( zoekt naar een coalitie)
formateur
kabinetsformatie benoeming door de koning

Slide 10 - Tekstslide

kabinet
alle ministers en staatssecretarissen

Slide 11 - Tekstslide

regering
ministers en de koning

Slide 12 - Tekstslide

coalitie



oppositie
twee of meerdere partijen die samen de regering/kabinet vormen

de partijen die niet in de regering zitten

Slide 13 - Tekstslide

constatitionele monarchie
staatsvorm waarin de bevoegdheden en taken van de koning zijn beperkt door de grondwet
ministers zijn verantwoordelijk
dit noem je?

Slide 14 - Tekstslide

koning
ceremonieel (troonrede)
symbolisch ( wetten ondertekenen)
representatief ( land vertegenwoordigen)

Slide 15 - Tekstslide

het parlement
2e en 1e kamer
wat zijn de taken??

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

 De rechten van de ministers en de Eerste en Tweede Kamer

Slide 18 - Tekstslide

Leden van de TWEEDE KAMER hebben:
OOK RECHT VAN INITIATIEF
  • RECHT VAN AMENDEMENT:
  • RECHT OM WETSVOORSTELLEN TE WIJZIGEN

Slide 19 - Tekstslide

Leden van de EERSTE en TWEEDE KAMER hebben allebei:
  • RECHT VAN BUDGET:
  • controle van in- en uitgaven van de staat (begroting)
  • RECHT VAN INTERPELLATIE :
  • mag minister ondervragen over een besluit of uitspraak
  • RECHT VAN ENQUETE:
  • onderzoek in te stellen naar een bepaalde zaak/persoon

Slide 20 - Tekstslide

MINISTERS hebben:

  • RECHT VAN INITIATIEF
  • MOGEN VOORSTELLEN VOOR WETTEN INDIENEN
  • MOGEN OOK WETTEN UITVOEREN EN DUS REGEREN

Slide 21 - Tekstslide

REGERING

  • REGERING = KONING EN MINISTERS
  • PARLEMENT OF STATEN-GENERAAL = 1e + 2e KAMER SAMEN
  • SAMEN NEMEN ZE DE BELANGRIJKSTE BESLISSINGEN IN NEDERLAND

Slide 22 - Tekstslide


De weg van de wet
  1.  Wetsvoorstel ingediend
  2.  Tweede kamer gaat bespreken
  3.  Tweede kamer gaat stemmen
  4.  Eerste kamer gaat bespreken
  5.  Eerste kamer gaat stemmen
  6.  Koning ondertekent 
  7.  Regering voert het uit

Slide 23 - Tekstslide

WETGEVENDE BEVOEGDHEDEN:
  1. INITIATIEF
  2. BUDGET
  3. AMENDEMENT
CONTROLERENDE BEVOEGDHEDEN:
  1. INTERPELLATIE
  2. ENQUETE
  3. motie

Slide 24 - Tekstslide

Nationale ombudsman
Als je vindt dat de overheid haar taak niet goed uitvoerd, kun je naar de nationale ombudsman stappen. Zijn taak is om burgers te beschermen tegen fouten van de overheid.

Slide 25 - Tekstslide

75
150

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

De Europese Unie
De samenwerking was vooral gericht op de economie. Door van Europa een handelsmarkt te maken, konden bedrijven voor een veel grotere markt produceren. Later kwam zelfs een gezamelijke munt op: de euro. 

Binnen de EU is er een vrije en gemeenschappelijke handelsmarkt, de voorwaarden:
- vrij verkeer van goederen en diensten, eerlijke concurrentie en een landbouwbeleid

Europese landen werken ook samen op andere gebieden dan economie: 
- Buitenlands beleid, justitie en milieu. 

Slide 28 - Tekstslide

Wetgevende macht

Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Gemeenteraad
College B&W
Kabinet
Europese Commissie
Staten Generaal
Europees Parlement
Europees Hof van Justitie
Raad van Ministers

Slide 29 - Sleepvraag

Europese commissie 
-Het dagelijks bestuur van de Europese Unie (vergelijkbaar met een regering).
- wetsvoorstellen

Slide 30 - Tekstslide

Raad van ministers
-goedkeuren wetsvoorstellen
-vakministers

Slide 31 - Tekstslide

Europese raad 
Raad waarin alle regeringsleiders bij elkaar zitten. Zij bepalen wat de EU moet doen met de belangrijkste onderwerpen.

Slide 32 - Tekstslide

Europees Parlement
-Stemmen over wetsvoorstellen van de Europese Commissie.
-De Europese Commissie controleren.

Slide 33 - Tekstslide


Welke wet geldt?


  • Wetten van de EU gaan alleen over onderwerpen die meerdere lidstaten aangaat, bijv. het milieu. Hoe snel je in Nederland op de snelweg mag rijden, bepaalt ons parlement: dat gaat écht alleen over Nederland.
  • Een Nederlandse wet mag niet in strijd zijn met een EU-wet. 
  • Andersom kan dat wel: dan moet Nederland de wet aanpassen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Politieke besluitvormingsproces
Fase 4:Uitvoeren van besluit
Het genomen besluit moet door de minister uitgevoerd worden. Hij is verantwoordelijk dat iedereen op de hoogte is en de maatregel gaat uitvoeren.
Fase 3:Besluit nemen
Als er eenmaal een goed wetsvoorstel ligt wordt hierover gedebatteerd in de Tweede Kamer. Eventueel worden er dan nog amendementen (aanpassingen) aangebracht
Fase 2: Oplossingen bedenken
Bestuurders (ministers/wethouders) bedenken welke problemen prioriteit moeten krijgen.
Zij bedenken hiervoor oplossingen en maatregelen
Fase 1: wens wordt politiek probleem
Mobiliseren van publieke opinie (aandacht voor jouw probleem op televisie, radio, social media). Politici zullen je probleem dan oppikken en over gaan debatteren in de Tweede Kamer
Fase 5?
Eigen stopt het natuurlijk niet na fase 4. Beleid wordt altijd geëvalueerd en bijgesteld. De terugkoppeling kunnen we daarom zien als fase 5

Slide 38 - Tekstslide

Pressiegroepen
groepen die bepaalde belangen nastreven en hiermee de besluitvorming willen beïnvloeden
Ook wel belangengroep genoemd (Green Peace, scholierenbond LAKS)



Zij oefenen voornamelijk druk uit om hun eisen duidelijk te maken, zo gaan zij demonstreren en willen zij de publieke opinie beïnvloeden. 



Slide 39 - Tekstslide

Hun machtsmiddelen
Om doelen te kunnen bereiken, gebruiken zij vaak een aantal machtsmidellen: 

  • Kennis: deskundigen worden vaker/ sneller aangehoord. 
  • Grootte van de groep: hoe groter de groep, hoe meer rekening wordt gehouden hiermee.
  • Geld: meer geld betekent meer middelen om op te kunnen vallen (TV-spotjes). 
  • Formele, wettelijke mogelijkheden: klacht indienen of naar de rechter stappen. 
  • Toegang tot de media
  • Toegang tot politici
  • Een aansprekende leider: iemand met charisma is prettiger om naar te luisteren. 
  • ZItting hebben in bestuur of adviesorgaan: het kabinet vraagt vaak advies. 

Slide 40 - Tekstslide

Massamedia
Wie een groot publiek wilt bereiken, kan het best naar de media stappen. Zij kunnen op allerlei manieren invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming, vooral in fase 1. 

De media heeft 5 functies: 
  • Agendafunctie: proberen de aandacht van politici te krijgen. 
  • Informatieve functie: geven informatie over politieke besluiten of gebeurtenissen. 
  • Meningsvormende functie: geven jou de mogelijkheid om een mening te vormen. 
  • Controlerende functie: heeft het beleid het bedoelde effect? Gaat alles goed?
  • Spreekbuisfunctie: pressiegroepen kunnen hun mening geven via de media. 

Slide 41 - Tekstslide

hoofdstuk 10 
moet je zelf doen

Slide 42 - Tekstslide