V2 Leesvaardigheid H32 en start H33

Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Maken H32 opdr 1 t/m 4
  3. Nakijken
  4. Oefenen onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerpen
  5. Maken H32 opdr 6 en 7
  6. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les
Belangrijkste onderdelen van een tekst herkennen; onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerpen

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Nakijken H32 opdr 1 t/m 4

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken
1 a onderwerp
b hoofdgedachte
c hoofdgedachte
d hoofdgedachte
e onderwerp

2 a Beweging tijdens het leren
b Kinderen leren beter wanneer ze bewegen tijdens de les. Dit staat niet letterlijk in de tekst.
c Onderzoek naar de effecten
d Bijvoorbeeld:

Titel: Beweging in de les
Tussenkopjes: Leervoordelen; Uitkomsten onderzoek; Conclusie



Deelonderwerp 2: andere meningen
4 Er staan doorgaans geen deelonderwerpen in de eerste en laatste alinea van een tekst. De eerste alinea functioneert vaak als inleiding van het onderwerp en de laatste als slot. De informatie wordt daarin meestal geïntroduceerd of juist herhaald.
5 a Te beoordelen door de docent.
b Te

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken
3 Onderwerp: schoenloze klaslokalen
Hoofdgedachte: op sokken leer je niet beter
Deelonderwerp 1: foute onderzoeksmethode
Deelonderwerp 2: andere meningen

4 Er staan doorgaans geen deelonderwerpen in de eerste en laatste alinea van een tekst. De eerste alinea functioneert vaak als inleiding van het onderwerp en de laatste als slot. De informatie wordt daarin meestal geïntroduceerd of juist herhaald.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord of woordgroep waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een deel van het onderwerp
C
een tussenkopje
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 10 - Quizvraag

De hoofdgedachte is altijd...
A
een woord
B
een zin
C
een woord of een zin
D
een vraag

Slide 11 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 12 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China

Slide 13 - Quizvraag

Onderwerp tekst?
Waarom kan de een prima wonen in een kamer met knalrode muren en wordt de ander gillend gek? Het antwoord ligt in de kleurenpsychologie, weet Patty Boting, eigenares van Kleurtotaal. ‘Kleuren zijn trillingen, elektromagnetische golven’, legt Patty uit. ‘Ook wij bestaan uit energie en als die anders is dan de trillingen van de kleuren in je interieur kan dat botsen.’
A
interieurdesign met kleur
B
kleurenpsychologie
C
kleuren van Kleurtotaal

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de tekst
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Aids
B
school4life
C
dance4life
D
The Partysquad

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk de tekst
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
India
B
meisjes
C
stop kindermisbruik
D
Yolante Sneijder Cabau

Slide 16 - Quizvraag

Hoofd-en bijzaken
Lees eerst goed blz 134.
Daarna maak je opdr 1 tot en met 5.
Deze opdrachten zijn huiswerk voor de volgende les

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het deelonderwerp alinea 2?
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
artiestennaam
B
bedriegers
C
veiligheidsredenen
D
handtekening

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de
hoofdgedachte?
A
1e zin
B
2e zin
C
3e zin
D
4e zin

Slide 20 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

Slide 21 - Quizvraag