Proeftoets Lezen 1 HV

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl
3. Filmpjes om naar te kijken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
tekstdoel is uitleg geven
B
tekstdoel is informeren
C
tekstdoel is amuseren
D
tekstdoel is overhalen

Slide 2 - Quizvraag

Een voorbeeld van een tekst bij het tekstdoel 'uitleg geven' is ...
A
een krant
B
een recept
C
een recensie
D
een strip

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden?
A
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
B
Ze geven aan wat voor soort tekst het is.
C
Ze geven aan met welk verband je te maken hebt.
D
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn
bij het onderwerp 'mobiele telefoons'?

Slide 5 - Woordweb

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 6 - Quizvraag

In welke drie onderdelen is een tekst verdeeld?

Slide 7 - Open vraag

Omschrijf in je eigen woorden wat een hoofdgedachte is

Slide 8 - Open vraag

Tekst 2
Insecten eten is gezond

http://www.nu.nl/lifestyle/3422156/insecten-eten-gezond.html

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Geef de hoofdgedachte van deze tekst.
A
In Europa eten ze geen insecten
B
Je kan beter insecten eten dan vlees
C
Insecten eten is gezond en beter voor het milieu.
D
Insecten eten is gezond

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Hoeveel tussenkoppen heeft de vorige tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een alineaverband?
A
Als de alinea's elkaar kunnen vervangen
B
Als de alinea's met elkaar verbonden zijn
C
Als de alinea's weggelaten kunnen worden

Slide 14 - Quizvraag

Welk alineaverband geeft het signaalwoord "maar" aan?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling

Slide 15 - Quizvraag

Zins- of alineaverband
A
Zin
B
Alinea

Slide 16 - Quizvraag


Welke kop is subjectief?
A
Twaalfjarige haalt geld op voor daklozen
B
Een twaalfjarige held haalt geld op voor daklozen

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de zinnen is subjectief?
A
het boek is geel
B
het is een leuk boek
C
het boek heeft een harde kaft
D
het boek heeft plaatjes

Slide 18 - Quizvraag

Welke tekst is objectief?
A
Het is 5 graden
B
Het is akelig koud

Slide 19 - Quizvraag

Welke kop is objectief?
A
Scheidsrechter geeft twee rode kaarten
B
onbetrouwbare scheidsrechter geeft rode kaarten

Slide 20 - Quizvraag

kernzin
uitleg
een voorbeeld
Het gaat bij faalangst meestal om een prestatie waar je beoordeling voor krijgt.
Door een angst presteer je vaak slechter dan je zou kunnen.
Een voorbeeld hiervan is het maken van een toets.

Slide 21 - Sleepvraag

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

4

Slide 25 - Video