woordenschat

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Woordenschat

In deze les:

- Leer je nieuwe woorden.

- Leer je de betekenis van een woord in de tekst te vinden.

- Leer je waarom een grote woordenschat belangrijk is.

                                                                                    blz. 64 - 66

In deze les:

- Startopdracht - samen

- Opdracht 1 & 2 - individueel.

- Klaar? Opdracht 3 & 7.

- Video - Origineel Amsterdams.

- Quiz - Woorden uit deze les. 

- Evaluatie - Wat hebben we geleerd?

                                                                                                     blz. 64 - 66

Startopdracht - fietsnietje

De Fietsersbond is boos dat op steeds meer plekken in de stad de fietsnietjes worden weggehaald. Er komen nu parkeervakken voor fietsers in de stad. Daar staan de fietsen los en waaien ze om. De Fietsersbond: 'De fietsnietjes waren veel handiger. Tegen die rechthoekige rekjes konden aan twee kanten fietsen worden gestald. De fietsen waaiden niet om en konden bovendien aan de beugel worden vastgemaakt.'

Startopdracht - fietsnietje

De Fietsersbond is boos dat op steeds meer plekken in de stad de fietsnietjes worden weggehaald. Er komen nu parkeervakken voor fietsers in de stad. Daar staan de fietsen los en waaien ze om. De Fietsersbond: 'De fietsnietjes waren veel handiger. Tegen die rechthoekige rekjes konden aan twee kanten fietsen worden gestald. De fietsen waaiden niet om en konden bovendien aan de beugel worden vastgemaakt.'

Opdracht 1

Blz. 65

Opdracht 1

1. Je moet de woorden in de puzzel horizontaal, van links naar rechts invullen.

2. Het optreden van die band in het stadion veroorzaakte een file. Alle auto's met bezoekers zorgden voor lange rijen op de wegen naar het station.

3. Alle NL'ers moeten eigenlijk weten wat er in de grondwet, een wet met de belangrijkste regels van het land, staat. 

Opdracht 1

4. Na het concert kreeg de zanger een bos bloemen. Het boeket was zo groot dat hij het bijna niet kon dragen.

5. De juryleden geven kritiek op het optreden van de dansgroep. Ze vertellen wat ze er niet goed aan vinden.

6. De kinderen deden iets wat eigenlijk niet mocht; ze beschoten de buurman met een waterpistool. Hun moeder vond ze ondeugend, maar moest er ook een beetje om lachen.

Opdracht 2 

Klaar? maak opdracht 3 of 7

    

Een vedette is een...

1. Speciaal biertje
2. Acteur
3. Beroemd persoon

Iets doen wat eigenlijk niet mag

1. Strafbaar
2. Spannend
3. Ondeugend

Wat is een porem?

1. Patatje met
2. Gezicht
3. Borreltje

Wat is een planga?

1. Surfplank
2. Snelle auto
3. (Zonne)bril

Een ruimte waar les wordt gegeven

1. Concertzaal
2. Klaslokaal
3. Aula

Een boeket is een...

1. Stapel boeken
2. Bos bloemen
3. Kleine hamster

Wat is een pikketannussie?

1. Paaltje langs de kant van de weg
2. Dief
3. Borreltje

Horizontaal is van...

1. Links naar rechts
2. Boven naar beneden
3. Rechtdoor

Geleerd in deze les:

- Welke nieuwe woorden heb je geleerd?

- Hoe vind je de betekenis van een woord in de tekst?

- Waarom is een grote woordenschat belangrijk?