Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
BL les 4: Tekststructuren
Nederlands
Begrijpend lezen
Les 4: Tekststructuren
G3
P2 2019-2020
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Begrijpend lezen
Les 4: Tekststructuren
G3
P2 2019-2020
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les heb je geleerd ...
... wat
tekstfuncties
zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Aan het eind van deze les ...
... weet je wat
tekststructuren
zijn.
... kun je de
tekststructuur
van een tekst
bepalen
.
Slide 3 - Tekstslide
Tekststructuren
Teksten kunnen op verschillende manieren worden opgebouwd.
De
manier waarop een tekst wordt opgebouwd
noem je de
tekststructuur
.
De
tekststructuur
kun je
bepalen
door te bekijken
wat de schrijver doet in de inleiding, het middenstuk en het slot
.
Slide 4 - Tekstslide
Tekststructuren
Er zijn verschillende tekststructuren. Op de volgende slides worden tekststructuren toegelicht.
Voordelen- en nadelenstructuur
Verschijnsel- en verklaringstructuur
Verschijnsel- en besprekingstructuur
Probleem- oplossingstructuur
Bewering- en argumentatiestructuur
Slide 5 - Tekstslide
Voordelen- en nadelenstructuur
Inleiding
De schrijver noemt een probleem of verschijnsel.
Middenstuk
De schrijver noemt voor- en nadelen van het probleem of het verschijnsel.
Slot
De schrijver trekt een conclusie of vat de tekst samen.
Slide 6 - Tekstslide
Verschijnsel- en verklaringstructuur
Inleiding
De schrijver noemt een verschijnsel.
Middenstuk
De schrijver geeft verschillende verklaringen voor het verschijnsel
Slot
De schrijver doet een aanbeveling (geeft een advies) en/of vat de tekst samen.
Slide 7 - Tekstslide
Verschijnsel-en-besprekingstructuur
Inleiding
De schrijver noemt een verschijnsel.
Middenstuk
De schrijver bespreekt verschillende kanten van het verschijnsel.
Slot
De schrijver vat de tekst samen.
Slide 8 - Tekstslide
Probleem-en-oplossingstructuur
Inleiding
De schrijver geeft een beschrijving van een probleem.
Middenstuk
De schrijver noemt verschillende oplossingen voor het probleem.
Slot
De schrijver maakt een afweging of doet een aanbeveling.
Slide 9 - Tekstslide
Bewering-en-argumentatiestructuur
Inleiding
De schrijver doet een bewering.
Middenstuk
De schrijver geeft argumenten bij zijn bewering.
Slot
De schrijver trekt een conclusie.
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Open je lesboek (Op Niveau).
Ga naar blz. 129.
Lees tekst 5:
Geen carrière als circusdirecteur
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag!
Log in bij LU:
BL les 4
Maak
vraag 1 t/m 5
op slide 13 t/m 17.
De vragen horen bij tekst 5:
Geen carrière als circusdirecteur
(blz. 129 van je lesboek)
Slide 12 - Tekstslide
1. Op welke manier zijn alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?
Slide 13 - Open vraag
2. Leg uit dat de titel wel en niet past bij de inhoud van de tekst.
Slide 14 - Open vraag
3. Wat is het doel van de tekst? En welke tekstsoort hoort daarbij?
Slide 15 - Open vraag
4. Op welke manier leidt de schrijver de tekst in?
Slide 16 - Open vraag
5. Welke tekststructuur past het best bij deze tekst?
Slide 17 - Open vraag
Aan de slag!
Lees tekst 6:
Zonne-energie is niet genoeg
Blz. 131/132 van je lesboek.
Maak daarna:
vraag 1 t/m 14
op slide 19 t/m 32
Slide 18 - Tekstslide
1. In alinea 3 staat een signaalwoord voor het verband oorzaak-gevolg. Schrijf dit signaalwoord op.
Slide 19 - Open vraag
2. Is 'Een groeiende vraag naar alternatieve, hernieuwbare en duurzame bronnen' (r. 21-22) een oorzaak of een gevolg?
Slide 20 - Open vraag
3. Past het tussenkopje 'Alternatieven' goed bij de inhoud van alinea 3?
Slide 21 - Open vraag
4. In alinea 4 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. Schrijf dit signaalwoord op.
Slide 22 - Open vraag
5. Schrijf beide delen van het verband op.
Slide 23 - Open vraag
6. Noteer de kernzin van alinea 5.
Slide 24 - Open vraag
7. Op welke manier zijn alinea 5 en 6 met elkaar verbonden? Noteer het woord/de woorden waaraan je dat herkent.
Slide 25 - Open vraag
8. Leg het verband tussen alinea 5 en 6 uit.
Slide 26 - Open vraag
9. Bedenk een passend tussenkopje voor alinea 5 en 6.
Slide 27 - Open vraag
10. Wat is de functie van alinea 2?
Kies uit: argument – bewering – gevolgen – oorzaak – oplossing – opsomming –
probleemstelling – toelichting
Slide 28 - Open vraag
11. Wat is de functie van alinea 5 en 6?
Kies uit: argument – bewering – gevolgen – oorzaak – oplossing – opsomming –
afweging – toelichting
Slide 29 - Open vraag
12. Wat is de functie van alinea 7?
Kies uit: argument – bewering – gevolgen – oorzaak – oplossing – opsomming –
afweging – toelichting
Slide 30 - Open vraag
13. Past de titel goed bij de inhoud van de tekst? Leg je antwoord uit.
Slide 31 - Open vraag
14. Welke tekststructuur past het best bij de tekst?
Slide 32 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
BL les 4: Tekststructuren
December 2019
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
begrijpend lezen les 4: tekststructuren
Januari 2021
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
BL: Theorie leerjaar 3
Januari 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
steunles vwo 3
Juni 2020
- Les met
24 slides
Middelbare school
BL: Theorie leerjaar 3
Januari 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4H leesvaardigheid blok 2
Mei 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3H blok 4 functiewoorden II & tekststructuren II
Mei 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H blok 4 functiewoorden II & tekststructuren II
Mei 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3