Magazine serveren van dranken en gerechten

Serveren van dranken en gerechten

Op welke manier schenk je dranken in en hoe serveer je ze?
 Hoe zet je gerechten in en op welke wijze haal je het gebruikte serviesgoed weer van tafel?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Serveren van dranken en gerechten

Op welke manier schenk je dranken in en hoe serveer je ze?
 Hoe zet je gerechten in en op welke wijze haal je het gebruikte serviesgoed weer van tafel?

Slide 1 - Tekstslide

Bestel je in een restaurant een glas met versgeperst sinaasappelsap, dan kun je deze op verschillende manieren geserveerd krijgen. Hoe serveer jij de versgeperste sinaasappelsap?

Slide 2 - Open vraag

Serveren
 Naast dranken kunnen ook gerechten op verschillende manieren geserveerd worden.
Wat dacht je bijvoorbeeld van een tafelbereiding, een bord dat mooi is opgemaakt door de keuken of een plateau met extra toppings waarmee de gast zijn gerecht naar eigen wens kan afmaken?
 Welke serveertechniek je precies toepast, hangt af van wat je serveert en van de bedrijfsformule.Zorg er in ieder geval altijd voor dat je snel, veilig en hygiënisch serveert.
 Je wilt het je gasten namelijk zo comfortabel mogelijk maken en hen zo min mogelijk storen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke draagtechnieken beheers jij?

Slide 4 - Open vraag

Volgens de etiquette serveer je de gast altijd vanaf de linkerkant.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Hoe serveer je gasten volgens de etiquette? Kies de juiste volgorde:
A
eerst de heren, dan de kinderen en als laatste de dames
B
eerst de dames dan de kinderen en als laaste de heren
C
eerst de dames, dan de heren als laatste de kinderen
D
eerst de heren, dan de dames en als laatste de kinderen

Slide 6 - Quizvraag

Dranken serveren
Het serveren met een plateau vergt naast veel oefening ook de nodige kennis en planning. Zo moet je goed weten in welke volgorde je de bestelde dranken inschenkt, hoe je de dranken op je plateau plaatst en op welke manier je de dranken vervolgens serveert.

Slide 7 - Tekstslide

In welke volgorde schenk je de dranken van je bestelling in?
Zet in de juiste volgorde.
1. warme dranken
2. tapbier
3. koude dranken, koolzuurhoudende dranken flessen bier
4.rodewijn, port, vruchtensap en andere dranken zonder koolzuur

Slide 8 - Open vraag

Hoe kun je voorkomen dat de dranken van je plateau vallen?
A
door de gasten te vragen hun drank van het plateau af te halen
B
door nooit meer dan drie verschillende dranken op het plateau te zetten.
C
door alle lage glazen zo dicht mogelijk bij je lichaam op het plateau te houden
D
door het gewicht van de dranken gelijkmatig op het plateau te verdelen

Slide 9 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Zo richt je het plateau in:

-De lage kopjes vooraan.
-De zware suikerpot in het midden.
-De hoge flessen achteraan op het      plateau

Slide 10 - Tekstslide

Uit balans
Wanneer het toch een keer fout gaat en er wat van je plateau valt, dan wil je voorkomen dat je zenuwachtig en onzeker wordt en nog meer fouten maakt. Spreek daarom met je collega’s af dat degene die iets laat vallen het nooit hoeft op te ruimen, maar dat je dat als collega’s voor elkaar doet. Zo kan degene die iets laat vallen gewoon doorgaan met werken en ontstaan er geen ongemakkelijke situaties.

Slide 11 - Tekstslide

Het serveren van dranken wil je zo hygiënisch en gastvriendelijk mogelijk doen; daarom pak je de glazen altijd zo.............mogelijk vast.
A
hoog
B
laag

Slide 12 - Quizvraag

Wijnglazen houd je bij de .......vast.
Zo voorkom je dat je vingerafdrukken en .....op het glas achterlaat.
A
bovenrand, haar
B
steel, geur

Slide 13 - Quizvraag

Het glas zet je.........voor de gast neer.
Bij het serveren van koffie plaats je het kopje met het oortje naar.............
A
recht, rechts
B
rechts, links

Slide 14 - Quizvraag

Aan tafel inschenken
Is het in het bedrijf gebruikelijk om het bier- of frisdrankflesje of de wijnfles bij het glas te serveren, schenk dan als service alvast wat in voor de gast. Het glas zet je vervolgens het dichtst bij de gast en het flesje rechts schuin daarachter. Plaats het flesje altijd met het etiket naar de gast toe, zodat deze meteen kan controleren of hij krijgt wat hij besteld heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Gerechten serveren en debarrasseren
De bovenhandse draagmethode, de onderhandse draagmethode, een plateau, een trolley en een diendoek zijn allemaal verschillende manieren om gerechten te serveren. Welke manier je gebruikt, hangt af van wat je serveert en van het bedrijf waar je werkt. Ook de manier waarop je een tafel afruimt nadat gasten klaar zijn met eten, verschilt en is afhankelijk van de bedrijfsformule.

Slide 16 - Tekstslide

Als de keuken een bord mooi heeft opgemaakt en er niks mag verschuiven, gebruik je de onderhandse draagmethode.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Diendoek
Zijn de borden die je moet serveren erg warm, dan gebruik je een diendoek ter bescherming door deze op je linkerhand en -onderarm te leggen. Je gebruikt de diendoek alleen als hulpmiddel bij het serveren. Leg de doek na gebruik weg, gooi hem niet over je schouder, draag hem niet onder je oksel en stop de doek ook niet in je binnenzak. Dat is niet alleen onhygiënisch, het kan ook tot onveilige situaties leiden. Zo kan de doek zomaar van je schouder in een brandende kaars op tafel vallen.

Slide 18 - Tekstslide

In sommige restaurant serveren ze bij de hoofdgerechten vaak bijgerechten, zoals frietjes, mayonaise, groenten en salade.
Mag je daarvoor ook een plateau voor gebruiken, licht je antwoord toe?

Slide 19 - Open vraag

Wat doe je als je debarrasseert?
A
Je vraagt je gasten één voor één of alles naar wens is
B
Je laat de rode wijn op temperatuur komen
C
Je ruimt het gebruikte serviesgoed op als alle gasten klaar zijn met eten
D
Je ruimt het magazijn op. zet alles op de juist plaats

Slide 20 - Quizvraag

Tafelbereidingen
Iets aan tafel bereiden is voor veel gasten een geweldige beleving. Het geeft ze het gevoel dat ze speciaal zijn. Voor jou als gastheer of gastvrouw is een tafelbereiding dé manier om je gasten te laten zien wat je in huis hebt en om gemakkelijk contact met ze te maken; ze zien namelijk dat je iets extra’s voor hen doet.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is fileren?
Bij het fileren van een vis haal je het bereide visvlees los van de visgraat of haal je het vel los van de filet. Door een vis te fileren, krijg je een hapklaar product.
1 Hoe ga je precies te werk?
Allereerst laat je de schaal met zeetong aan de gasten zien en plaats je de schaal op een réchaud. Vervolgens maak je langs de zijgraten van de tong een insnede met een lepel op het punt waar het vlees ophoudt en de graten beginnen. Maak ook een inkeping over de middengraat, zodat je de filet los kunt halen met de lepel. Klap de filets daarna met de witte kant naar elkaar toe dubbel en leg ze op een warme schaal. Doe dit met beide filets.
Zorg ervoor dat je de kunst van het fileren tot in de puntjes beheerst.
2 Hoe ga je vervolgens verder?
Je breekt de kop van de graat af tussen je lepel en vork en verwijdert met de tanden van de vork de zijgraten. Vervolgens plaats je de lepel tussen de filet en de middengraat en wrik je de graat los van kop naar staart. Tenslotte leg je alle vier de filets op de graat en presenteer je de vis met de knapperige kant aan de gast.
3 Heb je nog goede tips? "Doe het met enthousiasme! Laat zien dat je het leuk vindt om dit voor je gasten te doen"
Zorg ervoor dat je de kunst van het fileren beheerst,  techniek, een strakke planning nastreven en werken met materialen die in perfecte staat zijn. Je wilt namelijk voorkomen dat gasten niet gezamenlijk kunnen eten omdat het fileren te veel tijd in beslag neemt of dat gasten een visgraatje binnenkrijgen omdat je niet op de juiste manier te werk bent gegaan.



Slide 22 - Tekstslide

Trancheren van vlees

Slide 23 - Tekstslide

Trancheren is een tafelbereiding waarbij je rauwe of gare ............. in plakken snijdt. Om te trancheren moeten de producten al............zijn. De plakken snijd je in.........vorm en dikte.
A
vleesproducten, ontbeend, gelijke
B
visproducten, ontleed, ongelijke

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

Crêpe suzette

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Je flambeert een gerecht om de smaak van een alcoholische drank toe te voegen.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Welke tafelbereidingen ken je nog meer?

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Tekstslide