Insecten zoals vlinders en vliegen ademen met tracheeën.
Trachee: vertakte buizen in het achterlijf gevuld met lucht. Hierdoor komt er zuurstof bij de cellen.
Stigma: openingen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Kieuwen
Slide 6 - Tekstslide
Ademhaling met de huid
Amfibiën ademen niet alleen met longen of kieuwen, maar ook met de huid.
Dit is vooral handig in de winterrust: ze liggen dan in de modder te slapen en krijgen voldoende zuurstof binnen via de huid.
Slide 7 - Tekstslide
Amfibie: meerdere soorten ademhaling
Amfibiën zijn bijzonder:
Als larve (jong) => ademhaling met kieuwen en huid
Als volwassen dier => ademhaling met longen en huid
(klik op de punaise)
Een amfibie in larvestadium ademt met kieuwen.
Een axolotl zoals op dit plaatje, blijft zijn gehele leven in het larvestadium en heeft uitwendige kieuwen
Een salamander.
Een jonge salamander lijkt veel op een kikkervisje.
Heeft eerst uitwendige kieuwen, daarna longen
Een kikker komt net als andere amfibiën uit een ei.
Het is dan een kikkervisje met kieuwen.
Langzaam verandert het kikkervisje tot volwassen dier: deze heeft kieuwen
Slide 8 - Tekstslide
Ademhaling met longen
zoogdieren,
vogels,
reptielen
volwassen amfibiën
ademen met longen
zoogdier
Heeft haren
is warmbloedig
levendbarend
ademt met longen
Vogel
Heeft veren
warmbloedig
legt eieren met kalkschil
ademt met longen
Reptiel
Heeft schubben
koudbloedig
legt eieren met lederen schil
ademt met longen
Amfibie
Heeft een kale huid met slijm
koudbloedig
legt eieren zonder schil
ademt met longen
Slide 9 - Tekstslide
Ademvolume
Het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. De uitademing gaat onder invloed van de zwaartekracht.
Slide 10 - Tekstslide
Vitale capaciteit:
de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing en een krachtige uitademing. Bij het bepalen van de vitale capaciteit worden bij de uitademing de buikspieren en de binnenste tussenribspieren gebruikt.
Slide 11 - Tekstslide
Restvolume
Zelfs na een hele diepe uitademing blijft er nog lucht achter in je longen. Deze achtergebleven hoeveelheid lucht noemen we het restvolume
Slide 12 - Tekstslide
Longcapaciteit
De longcapaciteit is de werkelijke inhoud van de longen. Deze bestaat uit de (te meten) vitale capaciteit en het restvolume van de longen.