3. Hoe groot is de markt?

3. Hoe groot is de markt? 
  1. Marktpotentieel 
  2. Penetratiegraad en bezitsgraad 
  3. Marktaandeel 
  4. Break even punt
Tekst
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Algemene EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3. Hoe groot is de markt? 
  1. Marktpotentieel 
  2. Penetratiegraad en bezitsgraad 
  3. Marktaandeel 
  4. Break even punt
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Marktpotentieel
Het marktpotentieel van een product of dienst is simpel gezegd hoe groot de markt voor deze producten of diensten kan zijn. 

Bijvoorbeeld alle personen van 18+ met een rijbewijs en voldoende geld voor een auto.


Slide 2 - Tekstslide

Waardoor veranderd het marktpotentieel steeds?

Slide 3 - Open vraag

Penetratiegraad: 

een kengetal waarbij het aantal afnemers van een niet duurzaam product wordt vergeleken met het marktpotentieel van dat product (wie is er al wel klant bij jou en wie niet)




bezitsgraad: 

het kengetal waarmee het werkelijk aantal afnemers wordt vergeleken met het potentieel aantal afnemers van duurzame goederen. Dus hoeveel mensen bezitten jouw product?

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn 100 mensen die een fiets van Gazelle hebben gekocht . In jouw verkoopgebied zijn er ongeveer 500 fietsers actief. Wat is de bezitsgraad?
A
10%
B
15%
C
20%
D
40%

Slide 5 - Quizvraag

Je verkoopt 300 broden per week. Er zijn veel nieuwe woningen gebouwd in de buurt. Daardoor zou je 500 broden kunnen verkopen.
Wat is de penetatiegraad?
A
6%
B
25%
C
60%
D
15%

Slide 6 - Quizvraag

De vraag naar auto's van het merk VW is 10.000 de totale vraag naar auto's is 100.000. Wat is het marktaandeel van VW?
A
10%
B
20%
C
50%
D
2%

Slide 7 - Quizvraag

Marktaandeel 
  • Is het kengetal om aan te geven hoe groot jouw aandeel op de markt is. 
Afzet van jouw bedrijf / Afzet hele  markt * 100% = 

  • Je hebt als bedrijf 10.000 Gazelle fietsen verkocht. totaal in de markt zijn er 100.000 Gazelle fietsen verkocht:  
10.000 gazelle fietsen / 100000 gazelle fietsen * 100% = 10%

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bereken je het break-even punt ?
  • Je moet de constante kosten terug verdienen, met het verschil tussen de verkoop prijs en de variabele kosten per product (of de inkoopprijs per product).
  • de formule is :       break-even punt (Q) =   Constante kosten  : ( verkoopprijs - varabele kosten) 

  • 1) Je wilt smartphonehoesjes gaan verkopen. De verkoopprijs heb je bepaald op € 14,95. De variabele kosten zijn € 7,45 per hoesje. Je vaste kosten, voor onder andere promotie, zijn € 495,00 (per jaar). Bereken de break-evenafzet. Je hoeft geen rekening te houden met BTW.
  • Break-even punt = 495 / (14,95 - 7,45) = 66 is BEA (break even afzet) 
  • Wat betekend deze 66 smartphonehoesjes? 
  • Wat is hier de BEO (break even omzet?) 
  • 66 * 14,95 = €986,70
                                          

Slide 9 - Tekstslide

IzzyDizzy produceert en verkoopt blouses voor € 52,00 per stuk. De variabele kosten per blouse zijn € 32,00 De totale constante kosten bedragen € 13.200,–.
Wat is het Break even punt?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag 
Maken alle verwerkings- en toepassingsvragen hoofdstuk 5 
Volgende les oefentoets hoofdstuk 5 

Slide 11 - Tekstslide