In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
h5 opgestart
5.1.
Aan het eind van de les weet je hoe de mensen leefden en werkten in de stad
5.2. Werken in de stad
Wat je moet maken, staat later in deze les.
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Vorige les heb je h5 opgestart en heb je gewerkt aan paragraaf 5.1. Nieuwe steden
Je hebt geleerd hoe er nieuwe steden ontstonden.
Hierna komen enkele vragen over paragraaf 5.1
Deze doen we klassikaal, je hoeft dus niet je telefoon oid te pakken
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent nijverheid?
A
Dit is een andere naam voor een stad in de middeleeuwen
B
Dit is een ander woord voor industrie
C
Dit is een ander woord voor een handelaar
D
Dit is een ander woord voor het leenstelsel
Slide 3 - Quizvraag
Het hebben van een stadsmuur is een van de stadsrechten uit de Middeleeuwen
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn 3 juiste voorbeelden van mensen die onderdeel van het bestuur van een stad uit de Middeleeuwen waren?
A
Burgemeester, een graaf en schepenen
B
Burgemeester, schepenen en de schout
C
Burgemeester, schepenen en edelman
D
Burgemeester, de schout en een graaf
Slide 5 - Quizvraag
Een moderne burgemeester uit deze tijd draagt een burgemeestersketting omdat dit moet van de koning
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
5.2. Werken in de stad
Slide 7 - Tekstslide
Veranderingen in de samenleving
Doordat de mensen in steeds groter wordende steden gingen leven veranderen de manier van leven van de mensen ook.
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn en mensen konden ander werk gaan doen.
Slide 8 - Tekstslide
Beroepen
Niet alle mensen hoefden meer boer te zjin en konden zich specialiseren in andere dingen
.
Bijvoorbeeld bakker, smid of mandenmaker.
Wat ze maakten probeerde ze te verkopen in de stad. Vaak gingen ze daar ook wonen. Zo ontstonden er verschillende beroepen.
Een beroep in de middeleeuwen werd bijna altijd uitgeoefend met de hand. Machines waren er niet.
Slide 9 - Tekstslide
Filmpje
De vraag erna beantwoorden we weer klassikaal
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
In het filmpje zeggen ze dat hard werken later iets werd om trots op te zijn. Hoe kwam dit?
A
Door hard te werken liet je zien dat je een goede conditie had
B
Door hard te werken liet je zien dat je niet lui was
C
Door hard te werken bloeide de steden op
D
Door hard te werken kon je veel geld verdienen
Slide 12 - Quizvraag
Ambacht
In de middeleeuwen maakten mensen vaak een heel product met de hand. Denk hierbij aan een ton, mand of een zwaard.
Zo'n beroep noemen we een ambacht.
Slide 13 - Tekstslide
Gilde deel 1
Om een ambacht uit te oefenen moest je eerst lid worden van een gilde.
Je kwam in dienst bij een meester. Als je genoeg had geleerd, mocht je een meesterproef doen. Bij een voldoende voor je meesterproef mocht je zelf een zaak beginnen.
Slide 14 - Tekstslide
Gilde deel 2
Een gilde maakte onderling afspraken over de prijs van een product. Zo was er geen concurrentie. Gilde-leden hielpen elkaar ook bij ziekte of als er iemand dood ging.
Slide 15 - Tekstslide
De markt
De markt had in een middeleeuwse stad een centrale plek. Vaak op het plein in het midden van de stad. De markt was heel belangrijk voor handelaren om hun producten te verkopen. Zeker voor de boeren die van buiten kwamen om hun producten te verkopen.
Slide 16 - Tekstslide
de Hanze
Een groep steden in Noord en West-Europa ging op het gebied van handel samenwerken. Ze noemen zichzelf de Hanze. Ze gaven elkaar belastingvoordelen, reisden samen, maakten afspraken over de prijs van producten en kochten samen goedkoop goederen in.
Slide 17 - Tekstslide
Deze kaart een overzicht van diverse grote en kleine Hanzesteden en de handelsroutes via het land en de zee.
Slide 18 - Tekstslide
Hanzesteden
In Nederland waren ook steden lid van de Hanze. Vooral steden aan de kust en rivieren werden lid. Een lidmaatschap gaf de steden en hun handelaren een aantal voordelen.
Voorbeelden van dit soort steden in Nederland staan hiernaast op het plaatje
Slide 19 - Tekstslide
Enkele meerkeuzevragen over 5.2
Deze beantwoorden we klassikaal en daarna ga je aan de slag met opdrachten uit het boek
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit
B
Een functie in het leger
C
Een beroep waarbij je 1 onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt
Slide 21 - Quizvraag
Welk voordeel had je als je lid was van een gilde?
A
Je hoefde geen belasting te betalen
B
Bij ziekte zorgde het gilde voor je
C
Je kon goedkopere producten maken
D
Je hoefde je niet aan de regels te houden
Slide 22 - Quizvraag
Wat moest je halen om een eigen zaak te beginnen in de middeleeuwen?