6.3 - de overheid, bemoeizuchtig? - v3

Paragraaf 6.3:
De overheid, bemoeizuchtig?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.3:
De overheid, bemoeizuchtig?

Slide 1 - Tekstslide

Waar zijn we vorige les gebleven?

Twee begrippen:
Welvaart
Externe effecten

Wat betekent het ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Geef een zo goed mogelijk omschrijving van de volgende begrippen:
1) welvaart & 2) externe effecten

Slide 3 - Open vraag

Opdracht 6: kies de vier juiste voorbeelden van een extern effect

a. De kunstmest van boeren vervuilt het grondwater
b. Stroopwafelbakkers verkopen de snippers voor €0,25
c. Bioscoopbezoekers genieten van de mooie beelden van de film
d. De discotheek geeft omwonenden voor half geld toegang
e. Het water van de haven wordt als koelwater voor fabrieken gebruikt. Daardoor blijft de haven langer ijsvrij.
f. Inwoners van de flat naast het stadion kunnen gratis de wedstrijd kijken vanuit hun kamer
g. natuurliefhebbers betreuren de skyline van flats aan de rand van het natuurgebied

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 6: kies de vier juiste voorbeelden van een extern effect

a. De kunstmest van boeren vervuilt het grondwater
b. Stroopwafelbakkers verkopen de snippers voor €0,25
c. Bioscoopbezoekers genieten van de mooie beelden van de film
d. De discotheek geeft omwonenden voor half geld toegang
e. Het water van de haven wordt als koelwater voor fabrieken gebruikt. Daardoor blijft de haven langer ijsvrij.
f. Inwoners van de flat naast het stadion kunnen gratis de wedstrijd kijken vanuit hun kamer
g. natuurliefhebbers betreuren de skyline van flats aan de rand van het natuurgebied









Rood = extern effect

Slide 5 - Tekstslide

Deze les: overheid grijpt in
1: Collectieve sector
2: Ondersteunen
3: Ontmoedigen
4: Collectieve goederen
5: Belastingen

Slide 6 - Tekstslide

Wie/wat is de overheid?

Slide 7 - Woordweb

De overheid
Regering
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
Ministeries
Provincies
Gemeenten
Waterschappen
Rijksoverheid
Lagere overheden

Slide 8 - Tekstslide

Collectieve sector
Sociale fondsen
Lagere
overheden

Slide 9 - Tekstslide

Sociale fondsen
Verantwoordelijk voor de sociale zekerheid
AOW, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, etc.

Slide 10 - Tekstslide

Collectieve sector
Sociale fondsen
Lagere
overheden

Slide 11 - Tekstslide

De overheid moedigt aan
Subsidie: overheid stimuleert consumptie van bepaalde goederen en diensten

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een subsidie

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

De overheid remt af
Accijns = kostprijsverhogende belasting
De prijs van een product wordt verhoogd

Product duurder dus vraag neemt af

Slide 15 - Tekstslide

Noem voorbeelden van (producten waar je) accijns (op betaalt)

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Collectieve goederen
Goederen die niet verkoopbaar zijn
Collectieve sector zorgt ervoor dat deze goederen aanwezig zijn
Denk aan: defensie, onderwijs, straatverlichting, wegen

Slide 18 - Tekstslide

Collectieve goederen zijn:
A
Voorzieningen de iedereen kan kopen in de winkel
B
Voorzieningen die de overheid geheel of gedeeltelijk heeft betaalt.
C
Voorzieningen die mensen maken voor elkaar
D
Voorzieningen waar iedereen voor een klein eigenaar van is

Slide 19 - Quizvraag

Onderwijs
Kleding
Dijken
Wegen
Politie
Bibliotheken
Brandweer
Smartphone
Laptop
Individuele goederen
Collectieve goederen
Quasi-collectieve goederen

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de slag:
3, 7, 8, 9, 10, 11

Slide 21 - Tekstslide