week 2, 90 min. schooltaalwoorden, instructiewoorden, zinnen maken. gebruik woordenboek

Woordenschat
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:                                      45 min
  • Inloop
  • Lesopening

Klassikaal: 
- Bespreken SO hoofdstuk 3

Individueel: 
- Gebruik woordenboek
- Flitskaartjes hfdst. 5 - 2


Evaluatie en reflectie ( 5 min) 




                            Hoofdstuk 5 -2
             Thema: instructiewoorden.

Doelen van de les: 

  • Ik weet wat instructiewoorden zijn. 
  • Ik kan een woordenboek gebruiken. 
  • Ik kan zinnen maken met de nieuwe woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn schooltaalwoorden?
A
Woorden die alleen tijdens een toets worden gebruikt.
B
Woorden die je vaak tegenkomt in schoolboeken en opdrachten.
C
Woorden die jongeren onderling gebruiken.
D
Woorden die alleen in wiskunde en natuurkunde worden gebruikt.

Slide 3 - Quizvraag

Als je twee boeken gaat vergelijken, dan...
A
Bedenk je een nieuw verhaal.
B
Lees je alleen de achterkant van het boek.
C
Zoek je naar wat hetzelfde en anders is tussen de boeken.
D
Gooi je één boek weg.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het woord aanpassen?
A
Iets veranderen zodat het beter geschikt is.
B
Iets overschrijven zonder fouten te maken.
C
Iets uit je hoofd leren.
D
Iets herhalen totdat het klopt.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord noteren?
A
Iets uit je hoofd leren.
B
Iets opschrijven om het te onthouden.
C
Iets uitbeelden met gebaren.
D
Iets vertellen aan een ander.

Slide 6 - Quizvraag

Flitskaartjes

Zoek de volgende woorden op in het woordenboek en maak er een flitskaartje van

de auteur
de feedback
de functie
het gedeelte
de gewoonte
het kenmerk
de kritiek
de maatregel
de pagina
de situatie
toelichten
de verwachting

Slide 7 - Tekstslide

Online hoofdstuk 5, Woordenschat
KGT

Woordenschat opdracht 1, 2 A tot en met F, 3 A tot en met F, en 5A

Woordenboek opdracht 1A, 4, 5, 7 en 11

Woordraadstrategieën opdracht 1

Slide 8 - Tekstslide

Ik weet wat schooltaalwoorden zijn.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Ik kan met behulp van het woordenboek woorden opzoeken en deze woorden in zinnen gebruiken.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag