In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
- Nakijken Over taal H5: 1 en 2
- Oefenen gram. methodesite
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Over taal H5:
Je leert de betekenis van diverse schooltaalwoorden en woorden uit de media kennen.
Oefenen grammatica zinsontledig methodesite:
Je hebt alle theorie van zinsontleding gehad en gebruikt de methodesite om extra te oefenen.
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken OT H5: 1 (blz. 230)
1 ter gelegenheid van = vanwege
2 in aansluiting op = in een reactie op
3 element (het) = het deel of onderdeel van iets groters
4 exemplaar (het) = één van een bepaalde soort
5 stadium (het) = de periode in een ontwikkeling
6 overschrijden = over iets heen gaan
7 principieel = volgens een vaste overtuiging
8 reëel = met de werkelijkheid als uitgangspunt
Slide 3 - Tekstslide
Nakijken OT H5: 1 (blz. 230)
9 afbakenen = de grenzen van iets aangeven
10 tegenwicht bieden = een tegengestelde mening geven
11 term (de) = het woord
12 ruimschoots = meer dan nodig
13 voltooien = afmaken
14 kennelijk = blijkbaar
15 enigszins = een beetje
Slide 4 - Tekstslide
Nakijken OT H5: 2 (blz. 231)
1 aannemelijk = geloofwaardig
2 benefiet- = voor een goed doel
3 campagne = uitgebreide actie
4 castreren = onvruchtbaar maken
5 cru = bot, grof
6 doortastend = zonder te aarzelen
7 in de doofpot stoppen = niet meer over praten
8 synthetisch = kunstmatig
9 uitdragen = verkondigen
10 vergezellen = begeleiden
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat het verschil is tussen een wwg en nwg.
Slide 6 - Open vraag
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?
A
Slide 7 - Quizvraag
Benoem het lijdend voorwerp: Teken voltooien een levenscyclus in ongeveer drie jaar.
Slide 8 - Open vraag
Benoem de bijvoeglijke bepaling(en): Op een mooie zomerse dag in mei vieren we Hemelvaart, de dag dat Jezus naar de hemel opsteeg. (tip: scheid je antwoorden d.m.v. een komma)
Slide 9 - Open vraag
Huiswerk
- Ga naar SOM
- Leermiddelen
- Klik op de link van Op Niveau
- Maak de volgende modules Bijspijkeren Grammatica: