wet- en regelgeving Zorg

Wet en regelgeving
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wet en regelgeving

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het eind van deze les ken je de wetten en regelgeving van: 
ZVW, WMO, WLZ, CIZ, PGB
en kunnen jullie deze toepassen in een casus. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke wetten en regelgeving zijn er binnen de zorg: 
ZVW
WMO
WLZ
CIZ
PGB

Slide 3 - Tekstslide

ZVW
ZVW staat voor zorgverzekeringswet. Deze wet verplicht iedereen in Nederland, boven de 18 jaar, om een basiszorgverzekering af te sluiten. 
De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de basiszorgverzekering. 
In de basisverzekering 

Slide 4 - Tekstslide

Zorgverzekeringswet
Verplicht!

Ziektekosten.

Eigen risico.

Slide 5 - Tekstslide

Zorg vanuit Zorgverzekeringswet
(niet geïndiceerd) 
- basiszorg
- huisarts
- geneesmiddelen
- ziekenhuiszorg
- ambulance vervoer

Slide 6 - Tekstslide

maar ook geïndiceerde zorg
- thuis of instelling korter dan drie jaar

Slide 7 - Tekstslide

Wet Langdurige Zorg (WLZ) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening.

Slide 8 - Tekstslide

Voor wie is de WLZ bedoeld?
De WLZ is bedoeld voor mensen met een:
  • Somatische aandoening of beperking en/ of
  • Psychogeriatrische aandoening of beperking en/ of
  • verstandelijke handicap en/ of
  • lichamelijke handicap en/ of
  • Zintuigelijke handicap


Slide 9 - Tekstslide

WLZ indicatie
  • Om zorg te kunnen krijgen in instelling is een WLZ indicatie nodig
  • De Wet langdurige zorg (WLZ) is 1 januari 2015 ingevoerd 
  • De WLZ is er voor zorgvragers die 24 uur per dag intensieve zorg of toezicht nodig hebben, bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of zorgvragers met ernstige beperkingen.


Slide 10 - Tekstslide

Welke zorg valt onder de WLZ?
In de Wet langdurige zorg (WLZ) staat welke zorg u kunt krijgen:

  • Verblijf in een zorginstelling
  • Persoonlijke verzorging en verpleging
  • Medische zorg
  • Dagbesteding
  • Hulpmiddelen





Slide 11 - Tekstslide

CIZ
  • Centrum indicatiestelling zorg. 
  • Indicatiestellen voor wet langdurige zorg
  • Er wordt een zorgprofiel vastgesteld en de indicatie wordt gesteld. Er wordt met zo'n indicatie vastgesteld, hoeveel (tijd) en welke zorg iemand nodig heeft
  • Zorg wordt intramuraal (in een instelling) verleend

Slide 12 - Tekstslide

WMO
Wet is vooral gericht op het zelfstandig thuis wonen te stimuleren. De gemeente bepaald of iemand een vergoeding krijgt (keukentafelgesprek). Je vraagt de hulp ook aan bij de gemeente.
Zelfredzaamheid en participatie is het uitgangspunt. Uit de WMO kan de volgende zorg vergoed worden:
  • Begeleiding en dagbesteding
  • Ondersteuning die de mantelzorgers tijdelijk ontlast
  • Een plaats in een beschermde woonomgeving (psychiatrische stoornis)
  • Opvang in geval van huiselijk geweld

De WMO verzorgt de voorzieningen. De cliënt heeft niet automatisch recht op een vergoeding. De vergoeding kan per gemeente verschillen

Slide 13 - Tekstslide

Keukentafelgesprek met WMO consulent…
- Mensen krijgen niet zomaar huishoudelijk hulp, hulpmiddelen of woningaanpassingen. Het is dus maatwerk
- Tijdens een keukentafelgesprek (onderzoek) wordt besproken waar iemand behoefte aan heeft, welke rol het eigen netwerk kan spelen en welke professionele zorg nodig is. De WMO consulenten (gemeente ambtenaren) besluiten uiteindelijk waar ze professionele zorgverleners voor willen en kunnen inzetten.

Slide 14 - Tekstslide

PGB
PGB staat voor persoonsgebondenbudget. Hiermee kan je zelf je zorg inkopen die je nodig bent. 
PGB --> jeugdwet
PGB --> vanuit wet maatschappelijke ondersteuning (wmo)
PGB --> vanuit de wet langdurige zorg (wlz)
PGB --> vanuit de zorgverzekeringswet (zvw)

Slide 15 - Tekstslide

Afspraken die je maakt 
  • Het werk
  •  de tijden waarop het werk/de zorg plaatsvindt 
  • Het bedrag dat je erover betaalt. 
De afspraken staan in een zorgovereenkomst

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent CIZ?

Slide 17 - Open vraag

Waar staat de afkorting ZVW voor?

Slide 18 - Woordweb

Voor wie is de Wlz?
A
mensen met een beperking
B
mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben
C
mensen die permanent toezicht nodig hebben
D
ouderen

Slide 19 - Quizvraag

Toepassen van de wetten in een casus

  • Maak groepjes van ong 4
  • Lees de casus door
  • Benoem welke wetten er van toepassing zijn en geef een uitleg hierbij 

Slide 20 - Tekstslide

Casus
Mevrouw de Vries is 89 jaar. Ze is weduwe en woont alleen in een rijtjeshuis. Mevrouw heeft 3x in de week thuiszorg. De thuiszorg helpt mevrouw met schoonmaakwerkzaamheden en de was. Daarnaast helpt de thuiszorg mevrouw, tijdens een kopje thee, met het invullen van het boodschappenbriefje. De boodschappen haalt mevrouw 1x in de week met haar dochter. 

Mevrouw de Vries heeft last van botontkalking en oedeem. Hiervoor draagt mevrouw dagelijks steunkousen. Voor het aan- en uittrekken van de steunkousen krijgt mevrouw in de ochtend en avond thuiszorg. Omdat mevrouw de Vries lichte dementieklachten laat zien, helpt de wijkverpleegkundige bij de inname van de medicatie in de ochtend. 

Slide 21 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
met welke wet- en regelgeving heeft mevrouw de Vries te maken. 
Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Uitkomsten bespreken
ZVW: mevrouw de Vries heeft een zorgverzekering omdat ze boven de 18 is
WMO: Hierin wordt de thuiszorg geregeld 
WLZ: niet aan orde, want mevrouw heeft geen indicatie en woont nog zelfstandig
CIZ: mevrouw woont niet in een instelling
PGB: mevrouw kan aanspraak maken op PGB vanuit de WMO, maar dit staat niet beschreven in de casus. 

Slide 24 - Tekstslide