Grammatica & Spelling Blok 3

Grammatica & Spelling blok 3 - 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica & Spelling blok 3 - 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Lesdoel
Weet je het nog? (3.5)
Zelfstandig werken
- Pauze - 
Weet je het nog? (3.6)
Werkwoordsvormen (3.7)
Zelfstandig werken
Einde les 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet:
  • Hoe je de verschillende woordsoorten in een zin benoemt
  • Hoe je werkwoorden in verschillende vormen spelt

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica 3.5

Slide 4 - Tekstslide

Woordsoortbenoeming
  • ww
  • lw
  • znw
  • bnw
  • vz 

Slide 5 - Tekstslide

werkwoord (ww)
  • Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
       fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen…
  • geeft aan dat er gebeurt iets.
       sneeuwen, hagelen, waaien, regenen…
  • geeft aan dat iemand is iets.
       zijn, worden, lijken, blijven…
  • Werkwoorden kunnen veranderen in de zin.
       Ze geven aan in welke tijd (tegenwoordige of verleden tijd) de zin staat.

Slide 6 - Tekstslide

Lidwoord (lw)
Lidwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. 
Er zijn drie lidwoorden:

  • de
  • het ('t)
  • een ('n)




Slide 7 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord (znw)
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten: 
  • dieren
  • mensen
  • dingen
  • aardrijkskundige namen (plaatsen, rivieren etc.)
  • (eigen)namen





Slide 8 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord (bnw)
  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  • geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan
  • staan vaak voor een zelfstandig naamwoord


Slide 9 - Tekstslide

voorzetsel (vz)
de meeste voorzetsels kun je invullen op de puntjes:
..... de kamer
..... het feest
...... het bureau
....... de kast
Een vz staat nooit los in een zin -> altijd onderdeel van een zinsdeel

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van 3.5 -> Blok 3, Grammatica
Ben je gereed en is er nog tijd over? Maak dan i.i.g. 3.3 en 3.4 af!

- Stilte
- oortjes in mag
- heb je een vraag dan steek je je vinger op
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Weet je het nog?
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt):
  • ik -> ik-vorm
  • jij, u, hij, zij, het -> ik-vorm +t
  • je, jij achter de pv en ond zin -> ik-vorm!
  • wij, jullie, zij (mv) -> hele ww
Denk aan de tijdproef! Zo ontdek je ook dat er soms meerdere persoonsvormen in een zin kunnen staan.

Slide 13 - Tekstslide

1 of meerdere pv's?
De balonnen die we hadden opgehangen, zagen er feestelijk uit.

Met dit mooie weer pakke we snel onze tas in en gaan we zwemmen.

hoeveel werkwoorden staan er in de zin?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van 3.6 en 3.7 -> Blok 3, Grammatica 

- Stilte
- oortjes in mag
- heb je een vraag dan steek je je vinger op
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Einde les
Korte samenvatting
Nog vragen?

Huiswerk voor a.s. donderdag: 
Grammatica blok 3 alle opdrachten
tot en met 3.7 maken!
                                                                

Slide 17 - Tekstslide