Het naamwoordelijk deel van het gezegde
Soms heb je twee keer een nominativus in de zin. Dat zie je vaak bij het werkwoord 'zijn'.
Voorbeeld: de man is een leraar = ὁ ἀνηρ ἐστι διδασκαλος
Een werkwoord zoals 'zijn' noemen we ook wel een koppelwerkwoord. Andere koppelwerkwoorden: worden, blijven en blijken (de man wordt leraar, bijv.)
Dit kan ook met een bijvoeglijk naamwoord
Voorbeeld: het kind is mooi = το τεκνον καλον ἐστιν
Mooi/καλον is dan dus het naamwoordelijk deel van het gezegde
Schrik dus niet als je twee keer een nominativus ziet bij het werkwoord 'zijn'