Vragers en aanbieders H4 par 1 2 3 (blokuur)

H4 Economie  (Hst. 4)

Korte terugblik vorige week (vraag en aanbod)


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H4 Economie  (Hst. 4)

Korte terugblik vorige week (vraag en aanbod)


Slide 1 - Tekstslide

H3: Vraag en aanbod

Slide 2 - Woordweb

Hoofdstuk 3
Vraaglijn: negatief verband
Aanbodlijn: positief verband
Surplus
Marktevenwicht
Substitutiegoederen en complementaire goederen
Verschuiving van of langs een lijn

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van dit uur
- Noemen uit welke delen de vraag naar arbeid is samengesteld
- Noemen uit welke delen het aanbod van arbeid is samengesteld
- Uitleggen dat marktevenwicht ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
- Tekenen van een vraaglijn en een aanbodlijn
- Voorbeelden geven van factoren waardoor de lijnen kunnen verschuiven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Snap je dit? Aan de slag!
Opdracht 4.4 t/m 4.11 (evt 4.6 en 4.7 overslaan als je dat makkelijk vindt)
Maak een woordenlijst met de volgende begrippen:
aanbod van arbeid, vraag naar arbeid, beroepsbevolking, werkgelegenheid

Ik ga nu stap voor stap 4.7 maken over het berekenen van evenwichtsloon en het tekenen van vraag- en aanbodlijn. Als je er voor kiest om niet mee te doen, ben je stil.

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 4.7
Nederlandse chauffeurs:   Qa = L - 8        Qv = -L + 16
a. Bereken het evenwichtsloon en de evenwichtshoeveelheid van Nederlandse chauffeurs.





  • b. Teken in figuur 4.1 de vraaglijn en de aanbodlijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 4.7
Nederlandse chauffeurs:   Qa = L - 8        Qv = -L + 16
a. Bereken het evenwichtsloon en de evenwichtshoeveelheid van Nederlandse chauffeurs.
  • Qa = Qv
  • L - 8  = - L + 16
  • 2 L = 24
  • L = 12
  • Invullen in Q. Qa = 12 - 8 = 4 en Qv = -12 + 16 = 4. Dus 4.000 chauffeurs.
  • b. Teken in figuur 4.1 de vraaglijn en de aanbodlijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Nederlandse chauffeurs: Qa = L - 8 Qv = -L + 16

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 4.4 t/m 4.11 (evt 4.6 en 4.7 overslaan)
Maak een woordenlijst met de volgende begrippen:
aanbod van arbeid, vraag naar arbeid, beroepsbevolking, werkgelegenheid


Als de bel straks gaat, even tijd om te plassen/fles te vullen etc., daarna  door met §4.3.
    (Opdrachten voor vandaag: 4.4 t/m 4.17 )

Slide 12 - Tekstslide

H4 Economie  (Hst. 4)
§4.3 - Vast en flexibel

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen van dit uur
- Verklaren dat er sprake is van beperkte vrije toetreding en prijsregulering op de arbeidsmarkt
- Uitleggen wat er gebeurt als het feitelijke loon niet gelijk is aan het evenwichtsloon
- Beschrijven waarom de werkelijke situatie op de arbeidsmarkt afwijkt van het theoretische model
- Uitleggen welke gevolgen arbeidsmarktinstituties zoals cao's en minimumloon hebben op loon, contracten, vraag en aanbod van arbeid
- Uitleggen wat voor- en nadelen zijn van flexibiliteit op de arbeidsmarkt

Slide 14 - Tekstslide

volledige mededinging

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten voor vandaag: 4.4 t/m 4.17, woordenlijst aanbod van arbeid, vraag naar arbeid, beroepsbevolking, werkgelegenheid

4.6 en 4.7 MAG je overslaan. 
Dit behoort wel tot de toetsstof, maar is herhaling.


Om half 4 wil ik opdracht 4.8 bespreken.

Slide 19 - Tekstslide

4.8

Qv = -L + 45.000
Qa = 2L - 30.000

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten voor vandaag: 4.4 t/m 4.17, woordenlijst aanbod van arbeid, vraag naar arbeid, beroepsbevolking, werkgelegenheid

4.6 en 4.7 MAG je overslaan. 
Dit behoort wel tot de toetsstof, maar is herhaling.


Om half 15.55u kort nabespreken

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Morgen: 

Slide 22 - Tekstslide

In toenemende mate is er op de arbeidsmarkt sprake van flexibele arbeidscontracten.
Noem een voordeel en een nadeel voor de werkgever van het werken met flexibele arbeidscontracten.

Slide 23 - Open vraag