In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Kletspraat
Wat is je droomberoep? Wat zou je heel graag willen worden?
Slide 3 - Open vraag
Op stal staat een paard dat koorts heeft, met gestrekte voorbenen staat en niet wil lopen. Wat heeft dit paard waarschijnlijk?
A
Koliek
B
Hyperlipemie (bloedvervetting)
C
Hoefbevangenheid
D
Gebitsproblemen
Slide 4 - Quizvraag
Op stal staat een paard. Het dier is gestopt met eten, is onrustig, trapt naar de buik, gaat vaak liggen en staat weer op en de buik is erg dik. Wat heeft dit paard waarschijnlijk?
A
Koliek
B
Hyperlipemie (bloedvervetting)
C
Hoefbevangenheid
D
Gebitsproblemen
Slide 5 - Quizvraag
Noem 3 dingen die je kan doen om hyperlipemie ('bloedvervetting') te voorkomen.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Er is een infectieziekte uitgebroken op de stal waar je werkt. Beschrijf wat je gaat doen om de infectie in te dammen.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Op stage is een paard met influenza aanwezig. Noem minstens 3 dingen die je gaat doen om voor dit paard te zorgen.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Door welke ziekteverwekker wordt Rhinopneumonie (EHV) veroorzaakt?
A
Griepvirussen
B
Streptococcus-bacteriën
C
Herpesvirussen
D
Clostridiumbacteriën
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit wat 'verslagen droes' is.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
De symptomen van tetanus ontstaan omdat een gifstof een bepaald orgaanstelsel aanvalt. Welk orgaanstelsel?
A
Het spierstelsel
B
Het zenuwstelsel
C
Het ademhalingsstelsel
D
Het circulatiestelsel
Slide 18 - Quizvraag
Op stage is een paard met tetanus aanwezig. Noem minstens 3 dingen die je gaat doen om voor dit paard te zorgen.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Door welke parasieten wordt het West-Nijl virus overgedragen?
A
Muggen
B
Teken
C
Vlooien
D
Vliegen
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Op stage is een dampig paard aanwezig. Noem minstens 3 dingen die je gaat doen om voor dit paard te zorgen.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Op stage is een paard met mok aanwezig. Leg uit hoe je voor dit paard gaat zorgen.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Paarden worden één keer per jaar standaard ontwormt. Wanneer?
A
Maart
B
Mei
C
Juli
D
November
Slide 27 - Quizvraag
Op stal staat een paard dat koorts heeft, neusuitvloeiing, hoest en een dikke bult in zijn hals heeft. Wat heeft dit paard waarschijnlijk?
A
Rhinopneumonie (EHV)
B
Mok
C
Droes
D
Dampigheid
Slide 28 - Quizvraag
Op stal staat een paard. Het paard is een week geleden op een spijker gaan staan (nageltred). Het paard staat nu met zijn hals, voorbenen en staart gestrekt en kan niet meer bewegen. Wat heeft dit paard?
A
Rhinopneumonie (EHV)
B
Tetanus
C
West-Nijl virus
D
Influenza (griep)
Slide 29 - Quizvraag
Welke infectieziekte is een zoönose die mensen mogelijk ook kunnen krijgen?